De aandelenbeurzen in New York lieten maandag aardige winsten optekenen, na de zware koersverliezen op vrijdag. De gematigde toon van de Amerikaanse president Donald Trump met betrekking tot de handelsstrijd met China zorgde voor enige opluchting onder beleggers. Voor het weekend bezigde Trump nog dreigende taal in de richting van Peking, wat tot dieprode borden op Wall Street leidde.
De Dow-Jonesindex sloot 1,1 procent hoger op 25.898,83 punten. De brede S&P 500 klom 1,1 procent tot 2878,38 punten en techgraadmeter Nasdaq won 1,3 procent tot 7853,73 punten.
Volgens Trump heeft Peking contact met Washington opgenomen en aangegeven weer te willen praten. Gevraagd naar een eventueel uitstel van verdere tarieven op Chinese producten zei Trump later dat "alles mogelijk is". Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken kon maandag overigens niet bevestigen dat het telefoontje waarnaar Trump verwees heeft plaatsgevonden. Een analist noemde dat "irrelevant", omdat de woorden van Trump in elk geval hoop bieden.
Bedrijven die gevoelig zijn voor de handelsspanningen zoals bijvoorbeeld Apple en Boeing zaten in de lift met plussen tot 1,9 procent. Ook de chipfondsen gingen vooruit, met winsten voor Micron Technology, Intel, Broadcom en Advanced Micro Devices (AMD) tot 2,5 procent.
Amgen (plus 3,2 procent) stond eveneens in de belangstelling. De farmaceut neemt voor 13,4 miljard dollar de wereldwijde rechten van het psoriasismiddel Otezla over van biotechnoloog Celgene (plus 3,2 procent). De deal maakt deel uit van de megaovername van Celgene door Bristol-Myers Squibb (plus 3,3 procent). Met de verkoop van de Otezla-rechten hoopt Bristol-Myers Squibb goedkeuring te krijgen voor de Celgene-deal ter waarde 74 miljard dollar.
Beyond Meat kreeg er 5,6 procent bij. De fabrikant van vleesvervangers heeft een diervriendelijk alternatief ontwikkeld voor de gefrituurde kip van fastfoodketen KFC. Daarmee zal nu een proef worden gedaan bij een restaurant in Atlanta om te zien of de nepkip van Beyond Meat aanslaat bij het bredere publiek.
De euro was 1,1099 dollar waard, tegen 1,1109 dollar in Europa. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 0,8 procent tot 53,76 dollar en Brentolie verloor 0,9 procent tot 58,81 dollar per vat.