De beurzen in New York stonden donderdag op de eerste handelsdag van maart in het rood, nadat de afgelopen dagen ook al flinke verliezen werden geleden. Fed-voorzitter Jerome Powell stond weer in de schijnwerpers na een nieuwe verklaring in het Amerikaanse Congres.
De Dow-Jonesindex stond in de tussentijdse handel 1,3 procent lager op 24.721 punten. De brede S&P 500 zakte 0,9 procent tot 2690 punten en technologiebeurs Nasdaq verloor ook 0,9 procent tot 7210 punten.
Dinsdag verscheen Powell ook al in het Congres. Zijn opmerkingen over de verbeterde economische vooruitzichten en de oplopende inflatie zorgden voor hernieuwde nervositeit over snellere rentestappen. Powell meldde nu dat de Fed door zal gaan met het geleidelijk verhogen van de rente en dat hij geen tekenen ziet van oververhitting van de Amerikaanse economie.
Op economisch gebied kwamen gegevens over de uitkeringsaanvragen en de consumentenbestedingen naar buiten. De uitkeringsaanvragen gingen vorige week omlaag naar het laagste niveau sinds 1969. De uitgaven van consumenten stegen in januari met 0,2 procent op maandbasis. Verder werd door marktonderzoeker ISM gemeld dat de industrie sterker is gegroeid in februari.
President Donald Trump kondigde importheffingen aan op buitenlands staal en aluminium. Producenten van die metalen zoals US Steel (plus 7,5 procent), AK Steel (plus 11,1 procent) en Alcoa (plus 2,2 procent) profiteerden. Industriële bedrijven verwachten juist hogere prijzen te moeten betalen. Vliegtuigbouwer Boeing daalde bijvoorbeeld 2,4 procent.
Aan het bedrijvenfront ging de aandacht uit naar onder meer elektronicaketen Best Buy. Die kwam met beter dan verwachte resultaten en won 4,7 procent. Ook de cijfers van softwarebedrijf Salesforce (plus 2,8 procent) vielen goed bij beleggers. Warenhuisketen Kohl's daalde bijna 7 procent na bekendmaking van resultaten.
Autoconcern General Motors (GM) leverde 3,6 procent in na een behoorlijke daling van de verkoop in de VS vorige maand. Ook Ford (min 3,1 procent) en Fiat Chrysler (min 2,2 procent) zagen de verkopen dalen.
De euro was 1,2201 dollar waard, tegen 1,2216 dollar bij het Europese slot. Een vat Amerikaanse olie werd 1 procent goedkoper op 61,06 dollar. Brentolie kostte 1,3 procent minder op 63,88 dollar per vat.