Wall Street sluit lager na bekentenis Flynn

De aandelenbeurzen zijn vrijdag op de eerste handelsdag van december gesloten met verlies. De beurs schrok van bekentenissen van Michael Flynn, een voormalig adviseur van president Donald Trump, maar poetste het verlies voor een groot deel weer weg. De markt richtte zich uiteindelijk op de langverwachte belastinghervormingen, waarvoor zich een meerderheid in de Senaat lijkt af te tekenen.

Alle drie de beursgraadmeters doken na de bekentenissen van Flynn kortstondig meer dan een procent in het rood. De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot uiteindelijk 0,2 procent lager op 24.231,59 punten. De brede S&P 500 verloor 0,2 procent op 2642,22 punten. Technologiebeurs Nasdaq leverde 0,4 procent in, op 6847,59 punten.

Flynn bekende dat hij in januari heeft gelogen tegenover de FBI over contacten met de Russische ambassadeur. De verklaringen van Flynn kunnen mogelijk veel betekenen voor het onderzoek naar eventuele banden tussen de Russische regering en het campagneteam van Trump.

De technologiesector stond opnieuw onder druk. Techfondsen als Apple, Amazon, Alphabet en Facebook verloren 0,5 tot 1,2 procent. Donderdag lieten deze bedrijven nog een opleving zien van de verliezen eerder deze week.

Maaltijdboxbezorger Blue Apron steeg 8 procent. Het bedrijf heeft medeoprichter en topman Matt Salzberg vervangen door financieel directeur Brad Dickerson. Blue Apron heeft te kampen gehad met problemen bij de productie en waarschuwde voor zwakkere groei.

Verffabrikant Axalta daalde opnieuw 2 procent. Donderdag ging Axalta al hard omlaag na het afbreken van de fusiegesprekken tussen het bedrijf en het Japanse Nippon Paint. Volgens ingewijden staat AkzoNobel wel nog open voor een fusie met de Amerikanen.

De Amerikaanse keten van schoonheids- en cosmeticawinkels Ulta Beauty presenteerde tegenvallende kwartaalresultaten en vooruitzichten. Het aandeel leverde ruim 4 procent in.

De euro was 1,1895 dollar waard, tegen 1,1919 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen eerder op de dag. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,7 procent meer op 58,35 dollar. Brentolie steeg 1,7 procent tot 63,71 dollar per vat.