De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag overwegend met kleine minnen geëindigd. De opgelaaide spanningen tussen kernmachten India en Pakistan wogen op het sentiment op Wall Street. Ook ging de aandacht uit naar de ontmoeting tussen president Donald Trump en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un en de Chinees-Amerikaanse handelsvete.
De Dow-Jonesindex sloot 0,3 procent lager op 25.985,16 punten. De brede S&P 500 zakte licht tot 2792,38 punten en de technologiebeurs Nasdaq klom 0,1 procent tot 7554,50 punten.
Pakistan heeft luchtaanvallen uitgevoerd op doelen in het door India bestuurde Kashmir en claimt twee Indiase vliegtuigen in zijn eigen luchtruim te hebben neergeschoten. De acties kwamen nadat Indiase vliegtuigen voor het eerst sinds een oorlog in 1971 een aanval uitvoerden in Pakistan. Trump schudde in de Vietnamese hoofdstad Hanoi de hand met Kim. Het hoofdbestanddeel van de top is donderdag.
Aan het handelsfront liet de Amerikaanse handelsgezant Robert Lighthizer weten dat de Verenigde Staten flinke structurele veranderingen willen in de handelsrelatie met China, met name bij technologie en intellectueel eigendom. Het is nog te vroeg om te zeggen of Peking zal instemmen met de Amerikaanse eisen, aldus Lighthizer.
Afslankbedrijf WW International, voorheen bekend als Weight Watchers, kwam met teleurstellende cijfers en kelderde ruim 34 procent. Zuivelbedrijf Dean Foods leverde 14 procent in na cijfers. Dat gold eveneens voor farmaceut Mylan (min 15 procent). Ook winkelketens Best Buy en Lowe's gaven een kijkje in de boeken en werden beloond met plussen van 14 en 2,5 procent. Campbell Soup won 10 procent dankzij goede cijfers.
De leverancier van elektronische materialen Versum Materials sprong 18,7 procent omhoog na een miljardenbod door het Duitse Merck.
Daarnaast praatte Fed-voorzitter Jerome Powell in het Congres. Dat deed hij dinsdag ook al en toen zorgden zijn woorden nauwelijks voor reuring. Het centralebankhoofd herhaalde goeddeels de boodschap van een maand terug toen de Fed besloot met de rente pas op de plaats te maken.
De euro was 1,1371 dollar waard, tegen 1,1366 dollar bij het slot in Europa. De prijs van een vat Amerikaanse olie klom 2,6 procent tot 56,97 dollar en Brentolie werd 1,7 procent duurder op 66,31 dollar per vat.