De aandelenbeurzen in New York zijn dinsdag hoger aan de handelsdag begonnen, na meerdere handelsdagen op rij met verlies. Een verslechtering in de handelsrelatie tussen de Verenigde Staten en China drukte stevig op het sentiment, maar recente uitlatingen van de Chinese centrale bank lijken beleggers wat lucht te geven.
De toonaangevende Dow-Jonesindex steeg 0,8 procent in tot 25.911 punten en de breder samengestelde S&P 500 won 0,9 procent op 2870 punten. Technologiebeurs Nasdaq dikte 1,3 procent aan tot 7822 punten.
De S&P 500 sloot maandag 3 procent lager, het grootste dagverlies van het jaar. China stond toe dat de waarde van de eigen munt zakte naar het laagste niveau in tien jaar, waarop de VS het land van valutamanipulatie beschuldigde. Beleggers vreesden dat Peking devaluatie van de yuan als wapen in de handelsstrijd met de VS inzette. De Chinese centrale bank houdt vol dat de afwaardering van de yuan door de markt werd bepaald, en nam dinsdag stappen om de eigen valuta minder ver te laten zakken.
Apple, dat in de voorgaande dagen door de handelsonrust aanzienlijke verliezen optekende, won ruim 2 procent. Vliegtuigfabrikant Boeing en machinebouwer Caterpillar, die doorgaans sterk reageren op handelsperikelen, stegen tot bijna 1 procent.
Op het overnamevlak deed Mastercard van zich spreken. Het creditcardbedrijf telt bijna 3,2 miljard dollar neer voor het onderdeel van de Deense betalingsverwerker Nets dat zakelijke betalingen afhandelt. Het aandeel noteert een kleine 2 procent hoger.