De aandelenbeurzen in New York zijn dinsdag met stevige winsten gesloten, na de zwaarste koersverliezen sinds de grote beurscrash van 1987 op maandag. Beleggers op Wall Street blijven in de ban van het nieuwe coronavirus en de maatregelen van overheden om de crisis te lijf te gaan. De winsten kwamen niet vanzelf. De leidende Dow-Jonesindex zakte gedurende de sessie voor het eerst sinds 2017 kortstondig onder de grens van de 20.000 punten.
De Dow-Jonesindex sloot uiteindelijk 5,2 procent hoger op 21.237,31 punten. De brede S&P 500 steeg 6 procent tot 2529,19 punten en de technologiebeurs Nasdaq won 6,2 procent tot 7334,78 punten. Maandag kelderden de graadmeters in New York tot bijna 13 procent. Een nieuwe onverwachte renteverlaging door de Federal Reserve kon de negatieve stemming niet keren.
De regering-Trump kondigde een pakket maatregelen aan om de crisis het hoofd te bieden. Volgens minister van Financiën Steven Mnuchin ligt er een voorstel op tafel waarmee 1 biljoen dollar in de economie wordt geïnjecteerd. Daarbij gaat het volgens hem om een combinatie van leningen, een combinatie van direct geld dat aan Amerikanen wordt overgemaakt en een combinatie van noodkredieten voor kleinere bedrijven.
Verder blijven de aandelenmarkten gewoon open. Mogelijk worden wel de tijden aangepast. De laatste keer dat de markten dichtbleven was na de aanslagen op het WTC in New York in 2001. Ook worden belastingverplichtingen aan de federale belastingdienst IRS met negentig dagen opgeschort. De Federal Reserve kijkt of het de regels voor banken kan versoepelen om de kredietstroom op gang te houden.
Vliegtuigbouwer Boeing verloor 4,2 procent. De onderneming vraagt het Witte Huis en het Congres om steun voor de gehele Amerikaanse luchtvaartsector om de coronacrisis te overleven. Luchtvaartmaatschappijen als American Air Lines, Delta Air Lines en United Airlines verloren tot 13,5 procent.
Creditcardmaatschappij American Express (plus 0,8 procent) laat zijn financiële doelen voor dit jaar varen nu klanten door het nieuwe coronavirus behoedzamer zijn met het doen van uitgaven.
De euro was 1,1003 dollar, tegen 1,0978 dollar eerder op de dag. Een vat Amerikaanse olie daalde 6,4 procent in prijs tot 26,85 dollar. Brentolie werd 5 procent goedkoper op 28,56 dollar per vat.