De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag licht hoger geopend, na de forse verliezen een dag eerder. De aandacht van beleggers op Wall Street ging onder meer uit naar het banencijfer van loonstrookverwerker ADP. Dat viel veel zwakker uit dan verwacht.
Volgens ADP nam de werkgelegenheid in het Amerikaanse bedrijfsleven in september met 89.000 arbeidsplaatsen toe, na een herziene groei met 180.000 in augustus. Economen hadden in doorsnee op een toename met 160.000 banen gerekend.
Het cijfer van ADP loopt vooruit op het belangrijke banenrapport van de Amerikaanse overheid dat vrijdag wordt gepubliceerd. Daarin wordt ook de werkgelegenheid bij de overheid meegerekend.
De Dow-Jonesindex stond kort na de openingsbel 0,1 procent hoger op 33.038 punten. De brede S&P 500 steeg 0,3 procent tot 4244 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq klom 0,7 procent tot 13.146 punten.
Op dinsdag waren nog minnen tot bijna 2 procent te zien door zorgen over de stijgende rente na een beter dan verwacht cijfer over de vacatures in de Verenigde Staten. De Federal Reserve heeft bij een sterke arbeidsmarkt meer ruimte om door te gaan met het verhogen van de rente. De rente op Amerikaanse tienjarige staatsleningen is inmiddels gestegen naar het hoogste niveau sinds 2007.
Technologieconcern Apple kreeg te maken met een verlaging van het beleggingsadvies van KeyBanc. De analisten van de investeringsbank wijzen onder meer op de hoge waardering van het aandeel Apple. Beleggers waren hier niet van onder de indruk, Apple koerste een fractie hoger.
Intel werd een fractie lager gezet. Het bedrijf wil zijn divisie voor programmeerbare chips afsplitsen. Daarbij wordt gekeken naar een beursgang of de verkoop van een minderheidsbelang aan een investeerder. Programmeerbare chips worden onder meer gebruikt in de telecommunicatie.
De grootste Amerikaanse eierenproducent Cal-Maine Foods dook 7,2 procent omlaag na bekendmaking van tegenvallende resultaten.