De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn maandag met flinke winsten geëindigd, na de verliezen van vrijdag. Beleggers trokken zich op aan nieuwe cijfers die wijzen op een soort afvlakking in de verspreiding van het nieuwe coronavirus. In enkele zwaar getroffen landen lijkt het aantal besmettingsgevallen een daling in te zetten.
De Dow-Jonesindex sloot 7,7 procent hoger op 22.679,99 punten. De breed samengestelde S&P 500 ging 7 procent vooruit tot 2663,68 punten en techbeurs Nasdaq won 7,3 procent tot 7913,24 punten.
Ook met het oog op de economie zelf was er nieuws met een positieve noot. Voormalig Fed-voorzitter Janet Yellen liet van zich horen. Zij gaf aan dat de werkloosheid in de VS door de vele miljoenen aan uitkeringsaanvragen in de laatste weken nu mogelijk rond de 13 procent ligt, maar volgens haar heeft het land nog steeds een goede uitgangspositie voor herstel. "Dit is heel anders dan de grote depressie of de recessie in de Amerikaanse economie die we in 2009 en daarna hebben meegemaakt", aldus Yellen.
Onder meer JPMorgan Chase eindigde stevig in de plus, met een koerswinst van dik 6 procent. De Amerikaanse bank heeft in een brief aan aandeelhouders laten weten nog voldoende kapitaal te hebben en dus wel bestand te zijn tegen een stootje. En cruisebedrijf Carnival won ongeveer een vijfde aan beurswaarde, nadat bekend werd dat een Arabische investeerder een groot belang in de onderneming heeft genomen.
Videoconferencebedrijf Zoom ging daarentegen hard onderuit, waarop de handel werd stilgelegd. Nadat de ene na de andere privacyfout van de onderneming in het nieuws kwam, hebben verschillende bedrijven en organisaties het gebruik van Zoom verboden.
Verder werd vanwege de coronacrisis de stekker getrokken uit de voorgenomen samensmelting van Woodward en Hexcel, twee toeleveranciers aan de luchtvaart- en defensie-industrie. Beleggers zetten Woodward ruim 16 procent hoger, terwijl de koers van Hexcel 1 procent daalde.
De euro was 1,0798 dollar waard, tegen 1,0807 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen eerder op de dag. De olieprijzen daalden door het uitstel van de videovergadering van de olielanden over mogelijke productieverlagingen. Een vat Amerikaanse olie werd 7,4 procent goedkoper op 26,24 dollar. Brentolie kostte 3,1 procent minder op 33,04 dollar per vat.