De aandelenbeurzen in New York zijn donderdag met winsten aan de handelsdag begonnen. De vrees voor een crisis op de Chinese vastgoedmarkt nam enigszins af. Daarnaast heeft de Federal Reserve de huidige monetaire stimulans nog iets langer in stand gehouden, wat het sentiment ook goeddeed. Volgens Fed-voorzitter Jerome Powell is het herstel van de Amerikaanse economie sterk genoeg om in november te beginnen met de afbouw van de coronasteun.
Aandelen die worden gelinkt aan het wereldwijde economische herstel uit de crisis presteerden goed. Zo steeg mijnbouwer Freeport-McMoRan 0,7 procent en won casino- en hotelbedrijf Las Vegas Sands, dat veel in China actief is, 1,4 procent. Machinebouwer Caterpillar (plus 1,1 procent) stond ook bij de winnaars, evenals energiefondsen.
De leidende Dow-Jonesindex noteerde in de vroege handel 1 procent hoger op 34.601 punten. De brede S&P 500 steeg 0,7 procent tot 4428 punten en technologiegraadmeter Nasdaq ging 0,5 procent vooruit tot 14.972 punten.
De Hang Seng-index van Hongkong klom eerder op de dag meer dan 1 procent, waarmee hij iets herstelde van de verliezen eerder deze week. De financieel geplaagde Chinese vastgoedontwikkelaar Evergrande Group won bijna een vijfde aan beurswaarde. Op woensdag nam het bedrijf de angst een beetje weg voor een wanbetaling door de betaling op een lokale obligatie te regelen.
Verder staat de autosector in de schijnwerpers. Producent van elektrische auto's Tesla wil dat Amerikaanse autofabrikanten snel hogere boetes gaan betalen als hun voertuigen te veel brandstof verbruiken. Andere autofabrikanten hebben al gezegd dat een verhoging van de boetes hun jaarlijks minstens 1 miljard dollar zou kosten. Tesla steeg 0,2 procent. Concurrenten als Ford en General Motors (GM) wonnen tot 1,9 procent aan waarde.
Bij de bedrijven in New York ging de aandacht verder uit naar BlackBerry dat bijna 10 procent won. Het bedrijf dat gespecialiseerd is in draadloze technologie kwam met beter dan verwachte kwartaalcijfers. Ook softwarebedrijf Salesforce (plus 3,3 procent) stond bij de winnaars nadat het zijn verwachtingen voor het hele jaar had opgeschroefd.
Verder gaat de aandacht uit naar sportartikelenproducent Nike (plus 1,4 procent) die nabeurs met cijfers komt.
De euro was 1,1729 dollar waard, tegen 1,1737 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,1 procent meer op 72,31 dollar. Brentolie werd iets duurder op 76,19 dollar per vat.