De aandelenbeurzen in New York zijn maandag terughoudend begonnen aan de nieuwe beursweek. Beleggers zijn vooral in afwachting van het rentebesluit van de Federal Reserve. De Amerikaanse centrale bank heeft het rentetarief in de Verenigde Staten al flink verhoogd om de inflatie te bestrijden. Op de financiële markten wordt gehoopt dat de Fed woensdag opnieuw een rentepauze zal houden.
In juni werd ook al een pauze gehouden. Die was echter van korte duur, want een maand later werd de rente alweer verhoogd. Of het rentetarief in de Verenigde Staten later dit jaar verder zal worden verhoogd is nog onzeker. Beleggers zullen dan ook met name letten op wat Fed-voorzitter Jerome Powell gaat zeggen over toekomstige rentestappen.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang van de handel 0,1 procent in de plus op 34.655 punten. De brede S&P 500 stond een fractie lager op 4450 punten. De Nasdaq stond praktisch onveranderd op 13.711 punten. Vrijdag zakte de techgraadmeter nog 1,6 procent door zware koersverliezen in de chipsector. Die volgden op berichten dat de grote Taiwanese chipmaker TSMC zijn leveranciers heeft gevraagd de levering van chipapparatuur uit te stellen vanwege de lagere vraag naar zijn chips.
Ook bleef de aandacht uitgaan naar de stakingen in de autosector. Arbeiders van autofabrieken van General Motors (GM), Ford en Stellantis legden maandag voor de vierde dag op rij het werk neer omdat een cao-akkoord uitblijft. Vakbond UAW voerde afgelopen weekeinde overleg met de autofabrikanten, maar dat heeft dus nog niet tot een oplossing geleid. Volgens de bond verliepen die gesprekken wel "redelijk productief". Maandag wordt verder onderhandeld. GM verloor 0,6 procent en Ford 1,5 procent. Stellantis zakte 0,9 procent.
Micron Technology steeg 1 procent. Analisten van Deutsche Bank verhoogden het advies voor de fabrikant van geheugenchips naar kopen. Vrijdag zakte het aandeel nog bijna 3 procent door de koersdruk in de chipsector.
Airbnb verloor 0,5 procent. Het woningverhuurplatform en investeringsbedrijf Blackstone maken sinds maandag deel uit van de S&P 500- index. Blackstone kwam nauwelijks van zijn plek bij de start van de handel.
De euro was 1,0658 dollar waard, tegen 1,0671 dollar op vrijdag. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,9 procent tot 91,57 dollar. Brentolie werd 0,7 procent duurder op 94,61 dollar per vat.