De aandelenbeurzen in New York bleven woensdag halverwege de handelsdag dicht bij huis. Het rentebesluit van de Federal Reserve hangt boven de markt. Het Amerikaanse stelsel van centrale banken komt daar nog voor het sluiten van de beurzen mee naar buiten. Apple was een lichtpunt op Wall Street dankzij sterker dan verwachte kwartaalcijfers.
De Dow-Jonesindex stond rond 19.30 uur (Nederlandse tijd) vrijwel vlak op 24.106 punten. De breder samengestelde S&P zwakte met 0,1 procent af tot 2653 punten. Technologiebeurs Nasdaq steeg 0,2 procent tot 7141 punten.
Apple, naar beurswaarde gemeten 's werelds grootste bedrijf, zag de verkoop van iPhones het afgelopen kwartaal stijgen. Dit resulteerde in combinatie met gunstige belastinghervormingen in winst- en omzetcijfers die de verwachtingen ruimschoots overtroffen. Daarnaast kondigde de technologiereus aan voor nog eens 100 miljard dollar eigen aandelen in te willen kopen. Beleggers zetten Apple 4,6 procent hoger.
De Fed houdt de belangrijkste rentetarieven naar verwachting ongewijzigd. De koepel van Amerikaanse centrale banken publiceert ook een begeleidende verklaring. Investeerders zijn vooral nieuwsgierig naar eventuele opmerkingen over het toekomstige rentebeleid.
ADP presenteerde voorbeurs zijn rapport over de werkgelegenheid in het Amerikaanse bedrijfsleven in april. Daaruit bleek dat de banengroei was afgevlakt ten opzichte van een maand eerder. De cijfers worden veelal gezien als voorproef op het banenrapport van Amerikaanse overheid, dat vrijdag verschijnt.
Een aantal bedrijven kwam met kwartaalcijfers naar buiten. Creditcardbedrijf Mastercard (plus 4 procent) vestigde in de eerste drie maanden van dit jaar records bij omzet en winst. Ook navigatiespecialist Garmin rapporteerde een recordomzet, maar boekte minder winst. Het aandeel ging 5,1 procent omhoog.
Snap, het bedrijf achter het socialenetwerk Snapchat, kreeg opnieuw een klap. Het aantal nieuwe gebruikers van de dienst viel lager uit dan verwacht en daardoor waren er ook minder reclame-inkomsten. Snap werd woensdag 21 procent lager gezet.
De euro was 1,1958 dollar waard tegen 1,1971 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie werd 0,1 procent duurder en ging voor 67,33 dollar van de hand. De prijs van een vat Brent-olie daalde 0,3 procent tot 72,94 dollar.