De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag met winsten de handel uitgegaan. Beleggers reageerden onder meer op de publicatie van de notulen van de laatste beleidsvergadering van de Federal Reserve. Daaruit kwam naar voren dat de centralebankenkoepel de rentes in de VS wel eens wat minder hard zou kunnen gaan verhogen.
De afgelopen vier vergaderingen werden de rentes in de VS keer op keer met 0,75 procentpunt verhoogd. De hogere rentestanden zijn nodig bij de bestrijding van de torenhoge inflatie. Keerzijde van de grote rentestappen is de impact ervan op de economische groei. Beleidsmakers schatten de kans op een recessie in de VS op 50 procent. De leidende Dow-Jonesindex steeg 0,3 procent tot 34.194,06 punten. De brede S&P 500 won 0,6 procent tot 4027,26 punten en techgraadmeter Nasdaq klom 1 procent tot 11.285,32 punten.
Manchester United zette zijn eerder ingezette opmars voort. De beursgenoteerde voetbalclub bevestigde dat de Amerikaanse eigenaren, de familie Glazer, met financiële adviseurs kijken naar een mogelijke verkoop van de Engelse club van de Nederlandse trainer Erik ten Hag. Het aandeel won ruim een kwart, waar de club een dag eerder ook al 15 procent aan beurswaarde won door geruchten over een mogelijk afscheid van de Amerikaanse geldschieters.
Verder kwam Deere met cijfers en werd 5 procent hoger gezet. De producent van landbouwmachines verhoogde ook zijn verwachtingen voor het hele jaar. Nordstrom kelderde dik 4 procent. De Amerikaanse keten van luxe warenhuizen zag de verkopen in de afgelopen maanden vertragen en verlaagde de winstverwachting voor het hele jaar. HP steeg 1,8 procent. De computermaker gaat de komende jaren duizenden banen schrappen. Dat is het gevolg van een dalende vraag naar computers, waardoor HP de omzet in het afgelopen kwartaal zag dalen.
Tesla stond ook in de schijnwerpers. De maker van elektrische voertuigen won 7,8 procent na een positief analistenrapport. Kenners van Citigroup wezen naar evenwichtigere vooruitzichten wat betreft risico's en opbrengsten. Citigroup (min 2,2 procent) zelf was een opvallende daler. De bank kreeg een tik op de vingers van de toezichthouder. Volgens de bankenautoriteit moet Citi het beheer van financiële gegevens beter op orde krijgen.
De euro was 1,0396 dollar waard, tegen 1,0357 dollar bij het slot in Europa. Een vat Amerikaanse olie kostte 4,3 procent minder op 77,46 dollar. Brentolie werd 4 procent goedkoper op 84,80 dollar per vat.