Walmart-deal geeft automaker Canoo vleugels op Wall Street

Producent van elektrische auto's Canoo werd dinsdag op de beurs in New York 53 procent meer waard. De door geldzorgen geplaagde onderneming sloot een deal met winkelbedrijf Walmart voor de levering van 4500 bestelwagens. Daarbovenop heeft Walmart, dat 0,3 procent aan beurswaarde verloor, een optie voor nog eens 10.000 voertuigen bedongen.

Financiële details over de deal ontbraken, maar beleggers waren opgetogen. Ondertussen kampt Canoo wel met technische mankementen. Voor de tweede keer in een half jaar vloog een elektrisch voertuig van de onderneming in brand.

Het sentiment op Wall Street was negatief door de zorgen over een recessie. Ook werd uitgekeken naar het belangrijke Amerikaanse inflatiecijfer, dat woensdag verschijnt. De consumentenprijzen in de Verenigde Staten zijn in juni naar verwachting verder opgelopen. De Federal Reserve blijft daardoor de rente waarschijnlijk stevig verhogen om de inflatie te bestrijden.

De leidende Dow-Jonesindex sloot de sessie met een verlies van 0,6 procent op 30.981,33 punten. De brede S&P 500 verloor 0,9 procent tot 3818,80 punten. Techgraadmeter Nasdaq speelde bijna 1 procent kwijt tot 11.264,73 punten.

PepsiCo werd 0,6 procent lager gezet. De Amerikaanse fabrikant van frisdranken en snacks boekte afgelopen kwartaal meer omzet en winst dan verwacht. Ook schroefde het concern voor de tweede keer op rij zijn omzetverwachting op.

Twitter steeg dik 4 procent. Het aandeel zakte maandag ruim 11 procent nadat Tesla-topman Elon Musk afzag van zijn plannen om Twitter over te nemen. De advocaten van Twitter noemen dat besluit "ongeldig en onrechtmatig".

Gap daalde 5 procent. Het kledingmerk heeft topvrouw Sonia Syngal ontslagen wegens wanbeleid. Het concern kampte al enige tijd met flink gestegen transportkosten en moest steeds hogere kortingen bieden om zijn veel te grote voorraden te verkopen. Dat laatste wordt Syngal zwaar aangerekend, omdat de onderneming daardoor geen winst meer overhoudt.

De euro zakte verder in waarde als gevolg van de recessievrees en was voor het eerst in twintig jaar kortstondig evenveel waard als de dollar. De eenheidsmunt noteerde bij het slot op 1,0036 dollar, tegen 1,0078 dollar een dag eerder.

De olieprijzen gingen ook omlaag door de vrees dat een recessie de vraag naar olie onder druk zet. Een vat Amerikaanse olie kostte 8,1 procent minder op 95,63 dollar. Brentolie zakte 7,4 procent in prijs tot 99,14 dollar per vat.