Voor werkgevers in Nederland is het moeilijker geworden om nieuw personeel te vinden. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stonden er in het laatste kwartaal van vorig jaar tegenover elke 100 werklozen 123 vacatures open. Daarmee nam de krapte op de arbeidsmarkt weer iets toe, nadat de spanning in de zomer van vorig jaar voor het eerst in bijna twee jaar wat afnam.
Er waren eind december met een totaal van 442.000 wel 7000 minder openstaande vacatures. Maar het aantal werklozen liep harder terug met 13.000, waardoor het aantal mensen dat een nieuwe baan zoekt kleiner is geworden. In totaal waren er 359.000 werklozen, dit is 3,6 procent van de beroepsbevolking. Het totaal aantal banen groeit al tien kwartalen achter elkaar en komt nu uit boven de 11,5 miljoen. Dit zijn voltijd- en deeltijdbanen.
In het derde kwartaal van vorig jaar nam de spanning op de arbeidsmarkt voor het eerst in lange tijd juist wat af, tot 121 vacatures tegenover elke 100 werklozen. Toen daalde het aantal vacatures voor het eerst na een stijging van twee jaar. In het tweede kwartaal bereikte de krapte op de arbeidsmarkt nog een piek met 143 openstaande plekken per 100 werklozen. De vraag naar medewerkers is het grootst in de handel, de zakelijke dienstverlening en de zorg. De helft van alle openstaande vacatures was eind 2022 in een van deze branches.
Het aantal zzp'ers groeide afgelopen jaar, analyseerden het CBS en onderzoeksinstituut TNO. Eind 2022 waren er 128.000 meer zelfstandigen dan een jaar eerder. Veel oproep- en uitzendkrachten begonnen als zelfstandige.
De roep om personeel is al langer erg groot in Nederland. Dat komt omdat de economie na de dip van de coronacrisis heel hard was gegroeid en er opeens veel meer werk was. Onlangs bleek ook al uit onderzoek van uitkeringsinstantie UWV dat Nederlandse bedrijven meer moeite ervaren om vacatures te vervullen. In veel gevallen zouden er amper reacties van sollicitanten op een positie binnenkomen.
Vakbond FNV zegt zich zorgen te maken over de groei van het aantal mensen met flexcontracten. "Het CBS meldt dat meer mensen ‘flexcontracten met meer zekerheid hebben’, maar dat is nog steeds niet de zekerheid van een contract voor onbepaalde tijd", stelt de bond. Daarbij merkt FNV op dat het aantal mensen met een vast contract vorig jaar is gedaald van 56,2 procent naar 55,5 procent.
"Onder jongeren (tot 25 jaar) zien we een forse toename in het aantal zzp’ers. De kans is groot dat zij schijn-zzp’ers zijn", zegt FNV. Dat zijn mensen die opdrachten aannemen als ondernemer, maar eigenlijk in loondienst zijn. "Het is te gek voor woorden dat je de ene dag nog in dienst kan zijn, bijvoorbeeld in de zorg, en de volgende dag op dezelfde werkplek als zzp’er kan beginnen", aldus de vakbond.