Olie dreigt tot eind 2024 duur te blijven, waarschuwt de Wereldbank in een nieuw onderzoek. Door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne stegen de prijzen voor de brandstoffen erg hard en waarschijnlijk blijven de prijzen veel hoger dan de gemiddeldes van de afgelopen jaren.
Onderzoekers van de Wereldbank rekenen erop dat een vat Brent-olie, de maatstaf voor olie in Europa, het Midden-Oosten en Afrika, dit jaar gemiddeld 100 dollar kost. Dat is het hoogste niveau sinds 2013 en veel meer dan het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar van 60 dollar per vat.
Samen met de gestegen gas- en voedselprijzen zorgt dit voor "de grootste schok op de grondstoffenmarkt sinds de jaren zeventig", schrijft de Wereldbank. In dat decennium verhoogde een groep Arabische landen de prijzen voor hun olie sterk en boycotten ze de landen die Israël steunden, waaronder Nederland en de Verenigde Staten.
Na dit jaar daalt de prijs voor olie volgens de Wereldbank wel iets, maar blijft de grondstof met een geschatte prijs van 92 dollar per vat Brent waarschijnlijk hoog. Rusland is een grote olie-exporteur maar westerse landen willen geen Russische olie meer kopen wegens de inval in Oekraïne. Samen met het vertrek van olieconcerns als Shell en BP uit Rusland zorgt dit voor minder investeringen in de oliesector van het land, waardoor het land minder goed in staat is olie op te pompen en de beschikbare olie schaars blijft.
Onderzoekers van de Wereldbank schatten daarnaast in dat landen van oliekartel OPEC moeite hebben om meer olie op te pompen. Het verbond verhoogt ondanks de explosieve prijsstijgingen de dagelijkse productie maar mondjesmaat. Verlagingen van accijnzen of belastingen op brandstoffen helpen op de langere termijn ook niet. Naast het feit dat zo'n generieke maatregel de allerarmsten mogelijk minder helpt dan huishoudens met hogere huishoudens, dreigen ze volgens de Wereldbank de vraag naar benzine en diesel alleen maar aan te jagen.
Er is wel een kans dat heftige lockdowns in China de prijsstijging voor olie dempen. Hernieuwde maatregelen tegen het coronavirus ontregelen in grote Chinese steden het openbare leven grondig. Dat kan uiteindelijk ook de industrie raken en daarmee de vraag naar olie.