Winkelen in de Randstad en Noord-Brabant is de afgelopen vijf jaar volledig veranderd. Daarbij halveerde het aantal bezoekers in winkelgebieden, waarbij de grote binnensteden in Nederland het meest werden getroffen. Verder blijft onlinewinkelen populair en worden gerichte bezoeken aan bijvoorbeeld bouwmarkten, woonboulevards en tuincentra belangrijker dan een bezoek aan een binnenstad om te winkelen, blijkt uit data van het Koopstromenonderzoek 2021.′
Het onderzoek brengt in beeld waar consumenten aankopen doen, hoe winkelcentra qua omzet functioneren en hoe het winkelend publiek ze waardeert. De trend van lokaal kopen lijkt niet door te zetten. Die ontstond tijdens de coronacrisis toen mensen door lockdowns aan huis gebonden waren en meer bij winkels in de buurt kochten. Onlineshoppen nam de afgelopen jaren een vlucht en zet gestaag door. Dat geldt voor alle bestedingscategorieën, van boodschappen tot mode en interieur.
Verder maken steeds meer winkels plaats voor horeca, ontspanning en woningen. De afgelopen vijf jaar nam het aantal winkels in het onderzochte winkelgebied met negen procent af. Dat werd deels gecompenseerd door een stijging in het aantal horecagelegenheden, met name in het afhalen en bezorgen, lunchrooms, koffiebars en café-restaurants. Winkelgebieden hebben volgens het onderzoek ontspanning en horeca nodig om te functioneren. Ruim een derde van de recreatieve shoppers gaat tijdens het winkelen ook naar de horeca.
De stijging in het aantal kortere en meer gerichte bezoeken aan bijvoorbeeld bouwmarkten, tuincentra en woonwinkels is een gevolg van de pandemie, waarin mensen hun woning meer gingen waarderen, onder meer door thuiswerken. Ook wilden mensen drukke plekken vermijden.
In de meeste winkelgebieden is het aantal bezoekers ten opzichte van 2016 gehalveerd. Wel gaven bezoekers gemiddeld per persoon meer uit. De vier grote steden - Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht - deden het tot 2018 nog relatief goed. De pandemie had wel een "extra negatief effect". Daardoor kwamen minder toeristen en werkten meer mensen thuis, die daardoor ook minder de deur uitgingen voor inkopen.
Het onderzoek, gebaseerd op 186.000 enquêtes, werd uitgevoerd door onderzoeksbureaus I&O Research, BRO en Bureau Stedelijke Planning (onderdeel van ingenieursbureau Sweco). De opdracht voor het onderzoek komt van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Brabant. In deze provincies woont 60 procent van alle Nederlandse huishoudens.