Beleggers op het Damrak namen donderdag wat gas terug na de sterke rally in de eerste handelsdagen van het nieuwe jaar. Bij de hoofdfondsen vonden de chipbedrijven ASML, Besi en ASMI wel weer de weg omhoog, met koerswinsten tot 3,7 procent. Een bericht dat Rusland tijdens het orthodox kerstfeest een wapenstilstand wil van anderhalve dag in Oekraïne maakte weinig indruk op de financiële markten. President Vladimir Poetin heeft de defensieminister opgedragen dat het leger tijdelijk de wapens moet neerleggen.
De AEX, de belangrijkste index in Amsterdam, eindigde 0,4 procent lager op 714,32 punten. De index koerst nog altijd ruim 25 punten hoger vergeleken met de slotstand van vorig jaar. De MidKap eindigde donderdag 0,1 procent in de min op 959,36 punten. De beurs in Parijs daalde 0,2 procent en de DAX in Frankfurt verloor 0,3 procent, na een onverwachte daling van de Duitse export in november. De Londense FTSE-index ging tegen de trend in 0,6 procent omhoog.
Shell (plus 0,8 procent) veerde op na de recente zware verliezen. Het olie- en gasconcern profiteerde van het herstel van de olieprijzen. Staalfabrikant ArcelorMittal (plus 3,1 procent) wist te profiteren van het optimisme over de heropening van de Chinese economie. Betalingsverwerker Adyen stond zonder duidelijke reden onderaan met een verlies van 3,1 procent.
Techinvesteerder Prosus eindigde 1,8 procent in de min, na de sterke koerswinst van het aandeel in de afgelopen dagen. Telecomconcern KPN won 0,7 procent. Analisten van de Amerikaanse bank JPMorgan verhoogden het koersdoel voor het aandeel.
Ryanair maakte een koerssprong van 6,7 procent in Dublin. De grootste budgetvlieger van Europa verhoogde zijn winstverwachting voor het hele boekjaar dankzij een verrassend sterk afgelopen kwartaal. Ook Air France-KLM (plus 2,9 procent) was gewild.
In Londen kreeg Next er 6,9 procent bij. De Britse kledingverkoper verhoogde zijn winstverwachting voor het hele jaar dankzij sterke verkopen tijdens de feestdagenperiode. AB Foods, de eigenaar van Primark, won 4,3 procent.
Een vat Amerikaanse olie kostte 1,8 procent meer op 74,13 dollar per vat. Brentolie werd 1,7 procent duurder op 79,16 dollar per vat. De euro was 1,0525 dollar waard, tegen 1,0603 dollar bij het slot van de beurzen een dag eerder.