Wolters Kluwer heeft de laatste dag van de handelsweek op het Damrak in het rood afgesloten. Het aandeel van de informatieleverancier verloor 4,1 procent en eindigde daarmee onderaan in de AEX. Branchegenoot RELX zakte eveneens, met 2,7 procent. De stemming op de Europese beurzen was verder voorzichtig, na forse verliezen een dag eerder.
Beleggers kregen vrijdag het banenrapport van de Amerikaanse overheid te verwerken. Daarin stond dat er vorige maand 209.000 banen bij zijn gekomen in de grootste economie ter wereld. Dat was minder dan een maand eerder en ook minder dan verwacht. Een sterke arbeidsmarkt geeft de Federal Reserve meer ruimte om de rente verder te verhogen in de strijd tegen de inflatie.
De AEX-index noteerde na de slotbel op Beursplein 5 vrijwel dezelfde slotstand als donderdag, op 753,52 punten. De MidKap klom 0,9 procent tot 891,20 punten. De beurzen in Frankfurt en Parijs wonnen tot 0,5 procent. Londen daalde 0,3 procent.
Chipbedrijf Besi klom 2,4 procent. Chipmachinebouwer ASML steeg 0,1 procent en chipbedrijf ASMI verloor 0,6 procent. In de chipsector verwerkten beleggers voorlopige cijfers van Samsung. De fabrikant van chips en mobiele telefoons uit Zuid-Korea zag de verkopen in het afgelopen kwartaal met ruim een vijfde afnemen.
Shell steeg 1,1 procent. Het olie- en gasbedrijf publiceerde een handelsupdate waaruit naar voren kwam dat het in het afgelopen kwartaal minder olie en gas heeft geproduceerd. Dat kwam door onderhoudswerkzaamheden. De inkomsten uit de handel in gas vallen daarnaast lager uit ten opzichte van de sterke eerste drie maanden van dit jaar.
Just Eat Takeaway verloor in de MidKap 2,1 procent, en was daarmee de sterkste daler. Het moederbedrijf van maaltijdbezorger Thuisbezorgd.nl leek last te hebben van een verkoopadvies door de Franse bank Exane BNP Paribas.
Alfen (plus 4,7 procent) wist bij de middelgrote fondsen weer de weg omhoog te vinden, na een verlies van ruim 12 procent op donderdag. Toen kampte de laadpalenmaker nog met een negatief analistenrapport van Jefferies, waarin kenners van de zakenbank uit de Verenigde Staten het koersdoel terugschroefden en een verkoopadvies in stand hielden.
De euro was 1,0955 dollar waard, tegen 1,0874 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,7 procent meer op 73,03 dollar. Brentolie werd 1,6 procent duurder, op 77,75 dollar per vat.