Informatieleverancier Wolters Kluwer was woensdag de grote verliezer op de beurs in Amsterdam. Beleggers waren duidelijk niet onder de indruk van de jaarresultaten van de onderneming. Op de belangrijkste Europese beurzen werden juist kleine winsten geboekt. Beleggers trokken zich op aan opmerkingen van de Amerikaanse centralebankpresident Jerome Powell.
Wolters Kluwer was met een koersverlies van dik 6 procent hekkensluiter bij de hoofdfondsen aan het Damrak. De informatieleverancier boekte afgelopen jaar iets meer winst op een vrijwel stabiele omzet en keert meer dividend uit. Volgens analisten van Barclays waren de resultaten "solide, maar weinig spectaculair".
Powell verklaarde tegenover het Amerikaanse Congres geen extreem hoge of langdurige inflatie te vrezen. Ook blijft de Fed miljarden in de economie pompen, waardoor de rente laag blijft. De vrees voor een sterke inflatie en oplopende marktrentes zorgden de afgelopen tijd voor nervositeit op de markten.
De AEX-index op Beursplein 5 eindigde 0,1 procent hoger op 664,54 punten. Koploper in de hoofdindex was Shell. Het olie- en gasconcern won bijna 4 procent, geholpen door de stijgende olieprijzen. Verder ging de Amsterdamse MidKap 0,2 procent vooruit tot 985,81 punten. Frankfurt steeg 0,8 procent dankzij een meevallende groei van de Duitse economie in het vierde kwartaal. Parijs klom 0,3 procent en de graadmeter in Londen won 0,5 procent.
Chipmachinemaker ASML ging licht hoger de handel uit. Het bedrijf heeft een grote bestelling gekregen van de Zuid-Koreaanse fabrikant van geheugenchips SK Hynix. Dat bedrijf neemt de komende vijf jaar voor zo'n 3,6 miljard euro zogeheten EUV-machines af. Die gaat SK Hynix gebruiken om nog snellere en energiezuinigere geheugenchips te fabriceren.
Elders in Europa trok Accor de aandacht. De Franse hotelgroep leed in het coronajaar 2020 een miljardenverlies, maar won op de beurs in Parijs toch zo'n 3 procent. De grootste hotelketen van Europa hoopt op een beter 2021, maar verwacht pas in 2023 terug te keren naar het niveau van voor de coronacrisis.
De euro noteerde op 1,2136 dollar, tegen 1,2151 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie klom ruim 2 procent in prijs tot 63,01 dollar. Brentolie werd eveneens meer dan 2 procent duurder, op 66,89 dollar per vat.