Wolters Kluwer groeit en laat aandeelhouders meeprofiteren

Informatie- en dataleverancier Wolters Kluwer merkt dat de vraag naar zijn diensten in het tweede coronajaar is aangetrokken. Daardoor gingen er betere resultaten in de boeken en kan het Nederlandse concern aandeelhouders belonen door dit jaar voor 600 miljoen euro aan eigen aandelen te gaan inkopen.

Wolters Kluwer ontstond in de jaren tachtig door de fusie van uitgeverijen Kluwer en Wolters-Samson en was in het verleden onder meer uitgever van de Bosatlas. Tegenwoordig is het bedrijf in meer dan 180 landen actief met bijna 20.000 werknemers. Het houdt zich vooral bezig met het aanbieden van softwareoplossingen. Dan gaat het onder meer om 'tools' waarmee professionals op het gebied van bijvoorbeeld gezondheidszorg, belastingen en boekhouding worden geholpen.

Verder is het bedrijf ook nog uitgever van boeken en tijdschriften op onder meer juridisch, fiscaal en financieel vlak. Maar volgens financieel topman Kevin Entricken loopt de omzet met drukwerk wel steeds verder terug. Inmiddels gaat het om minder dan een tiende van het totaal. Dat maakt volgens de bestuurder niet uit. Als klanten bepaalde tijdschriften voortaan liever digitaal ontvangen dan in gedrukte vorm, is dat Wolters Kluwer om het even.

De onderneming signaleerde in de loop van vorig jaar al de eerste tekenen van herstel uit de coronacrisis. Uiteindelijk is de omzet 4 procent hoger uitgekomen dan in 2020, toen de opbrengsten nog vrijwel stabiel bleven door alle onzekerheid rond de pandemie. Er zijn ook verschillende onderdelen gekocht en van de hand gedaan. Op eigen kracht kwam de groei nog wat hoger uit. Verder bleef er onder de streep met 728 miljoen euro net iets meer winst over dan in het eerste coronajaar.

Wolters Kluwer rekent in 2022 op verdere groei op eigen kracht. Daarbij moet het ook helpen dat klanten niet zo snel weglopen en geregeld weer nieuwe versies van de aangeboden software nodig hebben. Ook zou het dit jaar beter moeten gaan met de brutomarges van het bedrijf. Entricken geeft verder aan dat de overgrote meerderheid van het personeel nog steeds vanuit huis werkt, maar hij verwacht niet dat dit de resultaten zal beïnvloeden.