De huizenprijzen zullen volgend jaar naar verwachting met 3 procent dalen en in 2024 met nog eens 1,5 procent, meldt Rabobank. Wel plaatst de bank kanttekeningen bij deze ontwikkeling. Zo is de hypotheekrente erg hoog, waardoor mensen maandelijks meer kwijt zijn aan een hypotheek. En door de gestegen kosten voor levensonderhoud, blijft er minder geld over voor de aankoop van een woning.
Rabobank denkt dat de huizenprijzen in alle regio’s in Nederland zullen dalen. De stevigste daling zal in Amsterdam zijn, met daarbij de omliggende regio’s als Haarlem, Zaanstreek en IJmond. Daar dalen de prijzen volgend jaar met zo’n 4 procent, is de verwachting. In Zeeland wordt de kleinste daling verwacht, waarmee de huizenprijzen in die regio nagenoeg gelijk zijn aan die van dit jaar.
Maar die dalende huizenprijzen leiden niet automatisch tot meer verkoop, onder meer door de gestegen hypotheekrente. "Een hogere rente betekent dat mensen ten opzichte van hun inkomen fors minder kunnen lenen voor een huis. En dus ook minder kunnen bieden", legt woningmarkteconoom Carola de Groot uit. Zelfs als men er wel in slaagt de financiering rond te krijgen, betalen mensen daardoor veel meer voor hun hypotheek. "Inmiddels zijn zelfs twee modale jaarinkomens onvoldoende om een gemiddeld geprijsde woning te kopen", aldus De Groot. Daarmee blijft een koopwoning voor veel starters iets onbereikbaars.
De econoom verwacht bovendien dat de vraag zal afnemen, omdat ook boodschappen en energie flink duurder zijn geworden. Daardoor blijft er onderaan de streep minder over voor een nieuwe woning. "Dit leidt waarschijnlijk tot extra vraaguitval. Ook het slinkende vertrouwen in de huizenmarkt drukt de vraag naar koopwoningen. Inmiddels wijzen diverse marktindicatoren in die richting", meldt De Groot.
Rabobank verwacht dat het aantal verkochte woningen dit jaar uitkomt op 188.000, 38.000 minder dan vorig jaar. Voor volgend jaar is de verwachting van de bank dat er weer minder huizen worden verkocht, zo’n 179.000. In 2024 trekt het aantal transacties wel weer aan. "We denken namelijk dat de kapitaalmarktrentes tegen die tijd weer wat zijn gedaald, waardoor, in combinatie met de gedaalde huizenprijzen, de vraag naar koopwoningen ook weer wat aantrekt", aldus De Groot.