De WOZ-waarde van woningen is vorig jaar in doorsnee met 7 procent toegenomen. Dat meldt de Vereniging Eigen Huis op basis van cijfers van de Waarderingskamer die toezicht houdt op de vastgestelde waarden door gemeenten. Doordat de huizenprijzen afgelopen jaar hard zijn opgelopen, is ook de WOZ-waarde omhooggegaan.
De ontwikkeling van de WOZ-waarde loopt een jaar achter op de werkelijke woningprijzen. De WOZ-waarde is namelijk gebaseerd op de geschatte woningwaarde van een jaar eerder en wordt door gemeentes gebruikt als basis voor de heffing van onroerendezaakbelasting (ozb). Ook bij een erfenis of schenking van een woning wordt de hoogte van de belasting gebaseerd op de WOZ-waarde van de woning.
In de eerste maanden van het jaar krijgen huishoudens de jaarlijkse aanslag gemeentelijke woonlasten. Hierop staat de nieuwe WOZ-waarde van de woning. De WOZ-waarde voor 2021 is gebaseerd op de waarde van de woning op 1 januari 2020.
De gemiddelde waarde van een woning kwam vorig jaar uit op een nieuw record van 270.000 euro. Dit jaar is dat opgelopen tot 290.000 euro. Of daardoor ook de ozb-aanslag stijgt, hangt af van het gemeentelijke belastingtarief, verduidelijk de VEH. De ontwikkelingen van de woonlasten per gemeente kunnen namelijk sterk verschillen.
Bij een te hoog of te laag vastgestelde WOZ-waarde kunnen huiseigenaren bezwaar maken. Een hoge WOZ-waarde kan volgens de VEH gunstig zijn in het geval een huiseigenaar daardoor in aanmerking komt voor een lagere hypotheekrente. Ook voor de verkoop van een woning is een hogere WOZ-waarde gunstiger.