De Europese beurzen zijn maandag met een verliesbeurt aan de handelsweek begonnen. Beleggers maakten zich zorgen om een minder snelle groei van de Chinese economie. Ook waren er zorgen om de Verenigde Staten, waar de industriële productie vorige maand flink tegenviel als gevolg van toeleveringsproblemen van onder meer chips. Philips was op het Damrak een van de sterkste dalers nadat het bedrijf een winstwaarschuwing had gegeven.
Philips had in de afgelopen periode last van problemen in de toeleveringsketen waardoor het zorgtechnologiebedrijf er langer over doet om orders te vervullen. Topman Frans van Houten verwacht dat die problemen ook in het lopende kwartaal aan zullen houden en daarom verlaagde het bedrijf de verwachtingen voor het hele jaar. Het aandeel daalde 3,1 procent.
De AEX-index leverde 0,5 procent in tot 796,74 punten. De MidKap ging 0,4 procent omlaag en kwam op een stand van 1068,39 punten uit. De beurzen in Londen, Frankfurt en Parijs daalden tot 0,8 procent.
Chemicaliëndistributeur IMCD was met een plus van 0,8 procent de grootste stijger in de AEX. Ook chipbedrijven Besi en ASMI eindigden in het groen met plussen van 0,7 en 0,3 procent. Chipmachineproducent ASML, die later deze week de boeken opent, daalde juist 0,2 procent. Winkelvastgoedfonds Unibail-Rodamco-Westfield verloor 4,5 procent en was daarmee de grootste daler.
Bij de kleinere bedrijven won Vivoryon 1,1 procent. Het biotechbedrijf waarschuwde dat het nog maar tot midden 2022 voldoende geld heeft om de activiteiten voort te kunnen zetten en kondigde aan de eerste documenten te hebben ingediend voor een beursnotering aan de Amerikaanse Nasdaq. Dat moet meer geld opleveren. Andere in Amsterdam genoteerde biotechbedrijven als Galapagos (min 3,8 procent) en Pharming (min 4 procent) daalden stevig.
De Franse luxegoederenconcerns LVMH, Kering en Hermès verloren tot 2,4 procent. De koersdalingen volgden op berichten dat Beijing middels hogere belastingen de welvaartsverschillen in het land wil aanpakken. Ook viel de groei van de Chinese economie in het derde kwartaal tegen wat bij beleggers zorgen opriep omdat de luxeconcerns een groot deel van hun omzet in China behalen.
De euro was 1,1606 dollar waard, tegen 1,1599 dollar op vrijdag. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,2 procent meer op 82,45 dollar. Brentolie werd 0,2 procent goedkoper op 84,67 dollar per vat.