De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag met verliezen gesloten. De zorgen over de oorlog in Oekraïne en de impact van de strijd op de wereldeconomie kregen weer de overhand, nadat Moskou hoopvolle verwachtingen over vredesbesprekingen de grond in boorde. Volgens het Kremlin is er geen doorbraak te zien in de gesprekken met Oekraïne.
De delegaties van de twee landen waren dinsdag nog positief over onderhandelingen in Istanbul. Op de financiële markten is er twijfel of Rusland wel echt een handreiking doet door het offensief rond de Oekraïense hoofdstad Kiev af te bouwen. Mogelijk maakt Rusland zijn troepen juist gereed voor een aanval elders in het land.
De Dow-Jonesindex sloot de sessie met een verlies van 0,2 procent op 35.228,81 punten. De brede S&P 500 verloor 0,6 procent tot 4602,45 punten en techgraadmeter Nasdaq zakte 1,2 procent tot 14.442,28 punten.
Bij de bedrijven ging de aandacht onder andere uit naar BioNTech, dat van een eerdere stevige plus bij het slot nog maar 1,4 procent overhield. Het Duitse biotechnologiebedrijf heeft vorig jaar ruim 10 miljard euro winst gemaakt op de verkoop van vaccins tegen het coronavirus. BioNTech ontwikkelde het vaccin samen met de Amerikaanse farmaceut Pfizer (min 0,6 procent).
Micron Technology zakte 3,5 procent. De chipmaker boekte afgelopen kwartaal flink meer winst dankzij de sterke vraag naar chips voor 5G-apparatuur en elektrische auto's. Volgens topman Sanjay Mehrotra ligt het bedrijf op schema om in 2022 een recordomzet te boeken.
Lululemon Athletica won bijna een tiende aan beurswaarde. De Canadese verkoper van sportkleding boekte afgelopen kwartaal iets minder omzet dan verwacht, maar de winst viel wel hoger uit dan analisten hadden voorzien. Het bedrijf kondigde daarnaast aan voor 1 miljard dollar aan eigen aandelen te gaan inkopen.
Beleggers verwerkten verder cijfers over de Amerikaanse arbeidsmarkt. Uit gegevens van loonstrookverwerker ADP bleek dat het aantal banen in het Amerikaanse bedrijfsleven sterker groeide dan verwacht. Het ADP-cijfer loopt vooruit op het officiële banenrapport van de Amerikaanse overheid, dat vrijdag verschijnt.
De olieprijzen veerden op na de flinke daling een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 3,1 procent meer op 107,33 dollar. Brentolie werd 2,3 procent duurder op 112,55 dollar per vat. De euro was 1,1154 dollar waard, tegen 1,1167 dollar bij het slot in Europa eerder op de dag.