Het kiezen van een goede zorgpolis is onnodig complex. Dat stelt Hans de Kok, directeur van de online prijsvergelijkingssite Pricewise. Consumenten moeten straks niet alleen kiezen voor een goede, passende dekking en de hoogte van het eigen risico. Ze moeten ook kiezen uit verschillende verzekeringsvormen die door verzekeraars onder verschillende namen worden aangeboden. Voorbeelden zijn de restitutiepolis en de naturapolis. Omdat de vergoedingen per polis verschillen, is het voor verzekerden vaak niet duidelijk wat ze wel en niet zelf moeten betalen.
Om het voor de consument te vergemakkelijken, stelde de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) begin dit jaar regels op rondom de benaming van de polissen. Verzekeraars mogen een restitutiepolis vanaf 2017 alleen nog onder die naam aanbieden als alle zorg zonder uitzondering tot het marktconforme tarief vergoed wordt. Wordt niet alle zorg tot een marktconform tarief vergoed, dan moet de polis in het vervolg een combinatie- of naturapolis worden genoemd. DSW gaf hierop al aan hun restitutiepolis voortaan aan te bieden onder de naam combinatiepolis, omdat de restitutiepolis niet meer voldoet aan alle eisen. De budgetpolis verdwijnt helemaal. De budgetpolis is eigenlijk een naturapolis met een nóg beperktere dekking omdat er met een beperkte hoeveelheid zorgverleners contracten zijn afgesloten. Dat is de reden dat beleidsmakers van het ministerie van Volksgezondheid hebben bepaald dat de budgetpolis voortaan ook onder de naturapolis valt.
Te veel onduidelijke keuzes
Consumenten kunnen naast de restitutiepolis voortaan nog kiezen uit een naturapolis en een combinatiepolis. Toch lost dit het probleem van onduidelijkheid volgens Pricewise niet op. Bij de naturapolis krijgt de verzekerde alleen bij gecontracteerde zorgaanbieders een volledige vergoeding. Bij een niet-gecontracteerde zorgaanbieder moet de verzekerde een deel zelf betalen. Voor consumenten met een combinatiepolis is het nog complexer: deze polis biedt bij sommige soorten zorg alleen een vergoeding bij een gecontracteerde zorgverlener (natura), terwijl er bij andere soorten zorg altijd een vergoeding tegen het marktconforme tarief wordt aangeboden (restitutie).
Soms wel honderden euro’s meer
Daarbij komt ook nog dat iedere verzekeraar individueel afspraken maakt met zorgaanbieders, waardoor het per verzekeraar verschilt welke zorgaanbieders wél en niet onder een bepaalde polis vallen. “Let je als consument dus niet goed op, dan kunnen de kosten een stuk hoger uitvallen dan van te voren gedacht,” waarschuwt De Kok. “Bij sommige polissen krijgt de consument slechts 70% van de gemaakte kosten vergoed, wanneer er wordt gekozen voor een zorgverlener waarmee geen contract is afgesloten. Dat kan honderden tot zelfs duizenden euro’s schelen.” Alleen kijken naar de regels rondom de restitutiepolis is volgens de Kok dan ook niet voldoende. Klanten moeten veel beter geïnformeerd worden, of het systeem vereenvoudigd. “Vroeger was de situatie veel duidelijker. Er was keuze uit een restitutiepolis waarbij alles werd vergoed, of een naturapolis waarbij je alleen honderd procent vergoeding kreeg voor zorg van gecontracteerde zorgverleners. Meer opties zouden er ook niet moeten zijn”, aldus De Kok.