Gelegenheidswoordenboekje met Rembrandt-termen

Foto: ANP

Een gelegenheidswoordenboekje met zeventiende-eeuwse schilderstermen. Dat heeft het Instituut voor de Nederlandse Taal gemaakt omdat het 350 jaar geleden is dat Rembrandt van Rijn overleed.

In het onlinewoordenboekje Woorden voor Rembrandt heeft het instituut schilderstermen uit de zeventiende eeuw verzameld, die Rembrandt ongetwijfeld kende en gebruikte. Het boekje bestaat uit 63 trefwoorden: voor elk levensjaar van de schilder één.

De woorden komen vooral uit diverse schildershandleidingen die in Rembrandts tijd werden gebruikt, zoals het Schilder-boeck van Karel van Mander (1604) en Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst van Rembrandts leerling Samuel van Hoogstraten (1678).

Wat is ‘smalt’ voor kleur en waar is een ‘vispenseel’ van gemaakt? Kan een doodeerlijke schilder toch een ‘afzetter’ zijn en is een ’tronie’ alleen iets voor boeven? Zo staat er onder meer een alberduurtje in, een benaming voor een mooi schilderijtje. En ook een dozijnwerker, een kunstenaar die geen unieke stukken maakt maar vooral seriewerk aflevert.