Claudia de Breij heeft zich voor haar auditie in de musical Hadestown lange tijd niet zo onzeker gevoeld. Toch was dat gevoel van een nieuwe uitdaging ook "wel weer heel erg lekker", vertelt de cabaretière, die in het Engelstalige stuk komende zomer in Koninklijk Theater Carré in Amsterdam haar musicaldebuut beleeft, tegen het ANP.
"Ik vond het heel eng, ja", kijkt de 50-jarige De Breij terug. "Het leuke is dat je zo uit je comfortzone bent dat je je bijna twintig jaar jonger voelt, want het was heel lang geleden dat ik me zo onzeker had gevoeld in zo'n setting. Op een gegeven moment weet je het namelijk wel. Als ik nu de schouwburg binnenwandel weet ik de weg en ken ik de mensen. Je creëert ongeveer dertig jaar lang een comfortzone voor jezelf. Dat is heel fijn, maar om daar dan zo uit te stappen, dat was ook wel weer heel erg lekker."
Liefst vijf auditierondes moest De Breij, die in Hadestown de rol van verteller Hermes gaat spelen, overleven. Ze vroeg Carré-directeur Madeleine van der Zwaan, die haar had gepolst voor Hadestown, speciaal om 'auditieles'. "Want ik deed in de eerste ronde maar wat", schetst De Breij. "Ik hou eerlijk gezegd niet zo van repeteren. Wel om het materiaal in de vingers te krijgen, maar al heel theatraal doen: dat doe ik pas met een publiek erbij. Ik ga me pas uitsloven als het ertoe doet."
Goede avond
"Ik dacht: als ze horen dat ik die noten raak dan snappen zij ook wel dat ik straks, als het publiek er is, dat ik dan wel even uit ga pakken. Maar ja, dat moet je toch wel even laten zien. Dat vond ik heel ongemakkelijk, voor vijf mensen achter een tafel. Dat is echt iets anders dan voor een volle zaal die al weet dat jij komt. Je weet ook niet of ze je nu goed vinden of niet. Misschien denken ze wel: hoe kan het dat zij volle zalen trekt in Nederland. Je kunt jezelf ook zo fantastisch ondermijnen."
Die onzekerheid sluimert ondanks al haar ervaring altijd op de achtergrond, zegt De Breij, die haar rol gaat delen met Maarten Heijmans. "Enerzijds loop ik echt op één zelfverzekerd been en één heel onzeker been tegelijk. Voor een soloshow denkt de ene kant: 'zo jongens, jullie gaan een hele goede avond met mij beleven'. En de andere kant denkt: 'mijn god die arme mensen, wat hebben ze zich vergist dat ze allemaal een kaartje hebben gekocht'."
Musicalster
Echt zorgen om wat het publiek straks van haar musicaldebuut vindt, heeft de cabaretière niet. "Ik denk altijd heel erg: ja nou ja, dood gaan we toch. In het ergste geval doe ik het niet goed in de ogen van het publiek of van recensenten. Ik heb er gewoon vooral heel veel zin in. Ik moet gewoon zorgen dat die zaal het straks elke avond gelooft. En ik geloof zelf heel erg in dit verhaal. Dus het zou wel moeten kunnen lukken."
"Of ik me dan een musicalster zal voelen? Dat is wel een heel grote stap", lacht De Breij. "Maar ik zit straks in een musical, zo is het wel."