Zzp'ers in de creatieve sector kunnen via de rechter geen extra compensatie eisen van de Staat voor de financiële schade die ze hebben geleden tijdens de coronapandemie. De Kunstenbond en een aantal zelfstandige ondernemers stapten in 2022 naar de rechter omdat ze vonden dat artiesten, musici en theatermakers onevenredig hard waren geraakt door de lockdowns. Hun vraag om een extra tegemoetkoming stuit nu op een 'nee' van de rechtbank in Den Haag, die oordeelt dat vraagstukken over de verdeling van financiële steun voor grote groepen mensen een taak voor de politiek zijn.
De rechtbank erkent dat de maatregelen tegen het coronavirus voor grote financiële schade hebben gezorgd bij zzp'ers met culturele beroepen. Ook kunnen groepen mensen aanspraak maken op compensatie als overheidsmaatregelen voor het algemeen belang, bijvoorbeeld de sluiting van poppodia of theaters, onevenredig zwaar drukken op een beperkte groep.
Maar zzp'ers in de culturele en creatieve sector vormen een te grote en diverse groep om via de rechter compensatie te eisen, stelt de rechter ook vast. De verdeling van belastinggeld over zulke grote groepen in de samenleving moet door het kabinet en parlementariërs worden besloten in een democratisch proces, en niet via een rechtszaak, aldus de rechtbank Den Haag.
De Kunstenbond laat weten "verder te strijden" voor een compensatieregeling, maar dan bij de politiek. "Het blijft ook met dit vonnis een feit dat veel mensen uit deze groep onevenredig veel schade hebben geleden", aldus Ronald Gijsbertsen, directeur van de Kunstenbond. "Wij blijven bij ons standpunt dat de Staat tekort is geschoten in haar zorgplicht richting culturele en creatieve zzp'ers."