Martin Green, de directeur van het Eurovisie Songfestival, beklemtoont dat het evenement achter de regenbooggemeenschap staat. Dat meldt hij woensdag in een verklaring aan het ANP, nadat vier Europese lhbti-belangenorganisaties de grote baas hadden aangesproken op het nieuwe vlaggenbeleid van het evenement. Deelnemers mogen tijdens het zingen alleen nog de vlag van hun land bij zich dragen. Pridevlaggen zijn dus op het podium verboden.
"Het Eurovisie Songfestival is, en zal altijd zijn, een plek die vrije expressie aanmoedigt en respecteert", stelt Green. "Dat geldt vooral voor de lhbti-gemeenschap, een van de meest loyale en hartstochtelijke gemeenschappen die ons volgt. Het is duidelijk dat wij diversiteit en inclusie het hele jaar door bevorderen, steunen en bepleiten."
Volgens de songfestivalbaas is de keuze om 'andere' vlaggen te bannen tijdens optredens ingegeven door de behoefte om "de focus te leggen op het internationale karakter van de competitie. Dit beleid is niet inhoudelijk en voorkomt de moeilijke keuzes dat we sommige vlaggen wel toestaan en andere niet. De regel wordt consequent en proportioneel toegepast, zonder dat we groepen of boodschappen uitsluiten."
Hij hoopt dat "regenboogvlaggen zichtbaar en trots blijven wapperen tijdens het Eurovisie Songfestival, zoals dat al jaren het geval is en blijft". De vier Europese belangenorganisaties noemen het besluit "diep triest" en zeggen dat een pridevlag "een uiting is van wie je bent. Daar zou zeker op het Eurovisie Songfestival alle ruimte voor moeten zijn". Zij stellen dat de mensenrechten van de regenbooggemeenschap zwaar onder druk staan en vinden dat het festival om die reden de vlaggen niet zou moeten verbieden.