COC Nederland en lhbti-organisaties uit Duitsland, Frankrijk en België hebben een brief gestuurd naar Martin Green, de directeur van het Eurovisie Songfestival, over het besluit dat kandidaten geen pridevlaggen meer mogen dragen tijdens hun optredens. De brief volgt op het nieuws dat de European Broadcasting Union, de organisatie achter het songfestival, vasthoudt aan het besluit dat kandidaten alleen vlaggen van hun eigen land mogen vasthouden of tonen.
De vier organisaties noemen het besluit "diep triest" en zeggen dat een pridevlag "een uiting is van wie je bent. Daar zou zeker op het Eurovisie Songfestival alle ruimte voor moeten zijn." Zij stellen dat de mensenrechten van de regenbooggemeenschap zwaar onder druk staan. "President Trump valt de regenbooggemeenschap aan, president Orbán verbiedt Pride en discriminatie en geweld tegen lhbti+ mensen nemen toe", staat in de brief. "Regenboogvlaggen worden in sommige landen verboden, en zelfs in Nederland worden ze vernield en verbrand. En dan zou Eurovisie ze juist nu gaan verbieden? Dat is een ontzettend fout signaal."
Volgens het COC maakt de grote populariteit van het Eurovisie Songfestival in de regenbooggemeenschap het extra pijnlijk dat juist dit festival nu de vlaggen van diezelfde gemeenschap wil verbieden. De Nederlandse organisatie initieerde de brief mede namens lhbti+ organisaties in Duitsland, Frankrijk en België. Duitsland en Frankrijk zijn de grootste deelnemende EU-landen en behoren tot de 'Grote Vijf' van landen die het Songfestival financieel mogelijk maken.
AVROTROS liet woensdag weten zich te schikken in het besluit van de EBU, al is de omroep het eens met het COC dat een pridevlag geen politiek symbool is.