Het Metropole Orkest verzorgt sinds 2016 de jaarlijkse opening van het Amsterdam Dance Event (ADE) met een bijzondere samenwerking en wil daarmee "onderdeel zijn van de muzikale ontwikkeling en niet alleen een museum". Dat zegt artistiek manager Robert Soomer tegen het ANP naar aanleiding van de start van de 29e editie van ADE woensdag.
In het verleden werkte het Metropole Orkest bij de jaarlijkse opening samen met artiesten als Henrik Schwarz, Colin Benders, Jameszoo, SOHN en Tinlicker. "Je ziet meteen de grote diversiteit aan producties tijdens ADE", zegt Soomer over het lijstje. "En dat is in de loop van de jaren echt een eyeopener geweest voor onze musici. Veel komen uit de jazz, sommigen uit de klassiek of pop, en bij sommigen heerst het beeld dat dance één ding is. Maar intern is de dance zo breed, er zitten zóveel verschillende hoeken en artiesten in."
Los van de openingsconcerten deed het Metropole Orkest bijvoorbeeld ook twee keer mee aan grote producties tijdens ADE in de Ziggo Dome. "Met Hardwell en een keer met Tomorrowland", blikt Soomer terug op de populaire EDM-evenementen. "Daar is het vooroordeel misschien nog groter van tevoren, van 'wat heb je daar toe te voegen als orkest?' Maar achteraf blijkt zowel bij publiek als bij de musici dat het heel goed uitpakt."
J Dilla
Dat is waar het Metropole Orkest volgens Soomer ook voor staat met de samenwerkingen: "de canon van de orkestrale muziek verdiepen". "We willen vernieuwend bezig zijn, onderdeel van muzikale ontwikkeling en niet alleen een museum", zegt hij. Mede daarom is er dit jaar gekozen voor elektronisch werk van een hiphopproducer: de in 2006 overleden J Dilla. "Ik denk dat dit project van dit jaar heel dicht bij ons hart ligt, want J Dilla is een producer die veel heeft gesampled uit de jazzgeschiedenis. Arrangeur en dirigent Miguel Atwood-Ferguson heeft mooi verbinding gelegd tussen hiphop en het origineel waar het vandaan kwam."
De samenwerking onderstreept het steeds bredere spectrum dat ADE bestrijkt, en dat is een goede zaak volgens Soomer. "Ikzelf vind dat een hele positieve ontwikkeling en eentje die heel erg bij muziek past zoals die op dit moment beleefd wordt. Zeker bij de jongere generaties musici komen allerlei invloeden binnen. Dat heeft alles te maken met dat alles tegenwoordig toegankelijk is. Je kunt net zo makkelijk naar Bach als naar Miles Davis luisteren. En je bent vervolgens niet bewust bezig met het maken van een mix van die stijlen, maar het komt er wel uit."