NOS-hoofdredacteur Giselle van Cann vindt het "ongelooflijk kwalijk" dat BBB-parlementariër Claudia van Zanten wil dat minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het Commissariaat voor de Media onderzoek laat doen naar de objectiviteit van de publieke omroep. Dat stelde Van Cann donderdag in het NPO Radio 1-programma Spraakmakers.
De hoofdredacteur van de NOS stelt dat dit soort vragen "de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid van de NOS, maar ook van de journalistiek in het algemeen ondermijnt. Ik kan daar erg boos om worden." Eerder veroordeelde ook journalistenvakbond NVJ de vragen al in felle bewoordingen.
Van Cann erkent dat "we soms een fout maken. Maar uit de toon van de vragen gaat een suggestie uit dat we met een agenda werken. En vaak is dat, zoals in dit geval, gebaseerd op dingen die we niet gezegd of beweerd hebben." De BBB stelde de vragen aan de minister vanwege berichtgeving van de NOS over Hezbollah-leider Nasrallah. De NOS schreef dat volgelingen van Nasrallah hem competent en charismatisch vinden.
De hoofdredacteur van de NOS roept politici op om vragen over de werkwijze van de NOS voortaan eerst aan de NOS zelf te stellen in plaats van aan de minister. "We proberen er te zijn voor iedereen: de grote middengroep en de mensen met een ander standpunt", stelt Van Cann. "Maar dan vraag ik mensen wel om te luisteren. Je hoeft het niet met ons eens te zijn, maar luister wel." De NVJ uitte eerder ook al kritiek op BBB-leider Caroline van der Plas die op sociale media ongefundeerde uitspraken over de journalistiek deed.
Het Commissariaat voor de Media liet donderdag weten dat de ombudsman van de publieke omroep eerder dit jaar al onderzoek deed naar de objectiviteit van de NOS in de berichtgeving rond de crisis in het Midden-Oosten. De ombudsman constateerde dat "de aandacht bij de NOS meer in balans is dan een deel van het publiek denkt".