Uitjes zoals een theaterbezoek, een avondje uit eten of andere dagrecreatie vormen grotere concurrentie voor de Nederlandse bioscopen dan streamingdiensten waar mensen thuis of elders films kunnen kijken. Dat zegt Boris van der Ham, de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters (NVBF) tegen het ANP naar aanleiding van de bioscoopcijfers van 2024 die dinsdag werden gepresenteerd.
Vorig jaar trokken Nederlandse bioscopen in totaal 29,3 miljoen bezoekers, een afname van 2,3 miljoen ten opzichte van het jaar ervoor. Het aantal bezoekers van bioscoopfilms is bovendien nog altijd niet terug op het niveau van voor de coronapandemie. In 2019 trokken bezoekers ongeveer 38 miljoen keer naar de bioscoop, dat was daarmee het beste bioscoopjaar sinds 1964. "Dat was wel een van de meest succesvolle jaren uit de recente geschiedenis van de bioscoopsector", zegt Van der Ham over het bezoekersaantal in 2019. "Door een acteursstaking in 2023 was er begin vorig jaar minder aanbod van aantrekkelijke films. Maar in de tweede helft van het jaar kwam dat weer goed en 2025 ziet er ook weer goed uit."
"Tegelijkertijd zijn er ook nog heel veel andere uitjes en dingen die mensen kunnen doen", vervolgt de NVBF-voorzitter. "Mensen kunnen naar het theater of lekker gaan eten, dus je hebt niet alleen concurrentie van - wat altijd wordt gezegd - de streamers, maar ook gewoon van allerlei andere uitjes. Grote blockbusters willen mensen eigenlijk sowieso wel in de bioscoop zien, want die willen ze op een groot doek bekijken. Streamers zijn hooguit een concurrent bij films die er een beetje tussenin hangen, waarvan je denkt: 'Ik kan hem in de bioscoop zien, maar ook ergens anders.' Dan is het zeker ook concurrentie. Maar je ziet dat we eigenlijk veel meer concurreren met andere vormen van uitgaan."
Voor iedereen wat wils
Bioscopen en filmtheaters proberen volgens Van der Ham daarom ook op meerdere manieren mensen naar zich toe te trekken. "Je kunt bij bepaalde bioscopen of filmtheaters ook lekker uit eten of bij andere eerst gamen en daarna naar de film, of bepaalde events bijwonen. Dus je ziet steeds meer dat de bioscoopfilm een plek wordt waar je een totaalproduct hebt. Dat maakt de cinemasector nog steeds heel competitief."
Dat mensen de bioscopen toch blijven vinden, vindt Van der Ham dan ook niet gek. "Het voordeel van de bioscoop is dat het nog steeds relatief goedkoop is met een gemiddelde ticketprijs van 10,62 euro, vorig jaar is de prijs zelfs gedaald. En in de bioscoop is eigenlijk voor iedereen wel wat te vinden", stelt hij. "Of het nou gaat om een heel intellectuele film of een lekkere schietfilm of iets om te lachen, het is er allemaal. De film is eigenlijk van iedereen en dat maakt het zo'n aantrekkelijke plek om naartoe te gaan."