Paul McCartney voelde zich 'dood' na breuk The Beatles

Paul McCartney voelde zich "dood" na het uiteenvallen van The Beatles. In een opiniestuk voor The Guardian vertelt de zanger dat hij na de breuk van de band in een diepe crisis belandde.

"Op zoveel manieren was ik dood", aldus McCartney. De zanger vertelt in een depressie te zijn beland en omschrijft zichzelf als "een 27-jarige die op het punt stond een ex-Beatle te worden, verdrinkend in een zee van juridische en persoonlijke ruzies."

McCartney laat weten dat hij na de breuk behoefte had aan een totale levensverandering. "De oude Paul was niet langer de nieuwe Paul", aldus de zanger. "Voor het eerst in jaren voelde ik me vrij om plotseling mijn eigen leven te leiden en te sturen. Ik was me er toen niet van bewust dat ik afstand nam van de schaduw die The Beatles over me wierpen, maar dat was precies wat ik deed."

The Beatles maakten in 1970 bekend uit elkaar te gaan. Door fans werd McCartney verantwoordelijk gehouden voor de breuk. De zanger kreeg ruzie met zijn oud-bandleden John Lennon, Ringo Starr en George Harrison en raakte verwikkeld in een juridische strijd.