Een commissie gaat onderzoeken of Nederlandse kunstschatten niet te gemakkelijk worden verkocht aan het buitenland. Voormalig D66-leider Alexander Pechtold krijgt de leiding over de onderzoekscommissie, laat cultuurminister en partijgenoot Ingrid van Engelshoven weten.
,,Onvervangbare en onmisbare'' voorwerpen en verzamelingen van particulieren worden nu al beschermd door de wet. Het gaat dan om zaken die bijzonder waardevol zijn voor de geschiedenis, de wetenschap of de kunst. Zij staan ingeschreven in een register en mogen alleen met toestemming van de overheid naar het buitenland.
Maar Nederland is ,,terughoudend'' bij het aanwijzen van kunstschatten die moeten worden beschermd, schrijft Van Engelshoven aan de Tweede Kamer. Ze vraagt zich af of er geen belangrijke voorwerpen buiten de regels vallen en vervolgens naar het buitenland verdwijnen. Vorige maand zagen musea en kunstliefhebbers nog met lede ogen aan hoe prinses Christina kunst liet veilen die zij graag voor Nederland hadden behouden.
Kunsthistoricus Pechtold zwaaide in oktober af als D66-leider. De gewezen veilingmeester voerde jarenlang het woord over kunst en mobiliseerde drie jaar geleden het Binnenhof om Rembrandts werken Marten en Oopjen naar Nederland te halen.
De commissie moet gaan onderzoeken of het register met beschermde kunst wel compleet is en of de criteria wel goed zijn vastgesteld. Ook gaat zij bekijken of exportvergunningen wel correct verleend of geweigerd worden. De commissie gaat de Nederlandse regels vergelijken met die in het buitenland.
Wie dat wil, kan de lijst met beschermde kunstvoorwerpen inzien. Ook de reden waarom een voorwerp wordt beschermd, wordt op termijn openbaar, belooft de minister.