De verkoop van delen van de in problemen geraakte filmproductiemaatschappij The Weinstein Company gaat toch niet door. Een investeringsgroep onder leiding van Maria Contreras-Sweet heeft de koop, die vrijdag was aangekondigd, dinsdag afgeblazen. Met de overeenkomst zou een bedrag van zo'n 500 miljoen dollar gemoeid zijn.
Contreras-Sweet stelt bij het boekenonderzoek ,,tegenvallende informatie'' tegen te zijn gekomen. De schuld bleek geen 225 miljoen euro, maar 280 miljoen dollar te zijn, meldden bronnen aan persbureau Reuters. Daardoor zou de haalbaarheid van de deal op losse schroeven zijn komen te staan en besloten de investeerders zich terug te trekken.
Contreras-Sweet, die tijdens het presidentschap van Obama hoofd was van een overheidsinstantie voor de ondersteuning van mkb-bedrijven, had onder meer beloftes gedaan op het gebied van banen. Daarnaast zou de meerderheid van het bestuur uit vrouwen gaan bestaan. Ook was een fonds aangekondigd voor slachtoffers van seksueel misbruik.
De visie van een filmstudio geleid door vrouwen is volgens de investeerders nog steeds de juiste koers. Om dat toch voor elkaar te krijgen overweegt de groep rond Contreras-Sweet mee te bieden op delen van The Weinstein Company als het tot een faillissement komt.
The Weinstein Company had zichzelf te koop gezet nadat Harvey Weinstein, een van de oprichters, in opspraak raakte door seksueel wangedrag. Hij werd vorig jaar door een reeks actrices beschuldigd van onder meer verkrachting en aanranding, waarna zijn broer Bob en andere bestuursleden hem op straat zetten.