De publieke omroep moet hervormen, vindt de VVD al langer. In een voorstel pleit Tweede Kamerlid Claire Martens-America nu voor een "drastische systeemverandering met een sterke en compacte publieke omroep als doel". In het plan verdwijnen de traditionele ledenomroepen.
De coalitiepartijen spraken al in het hoofdlijnenakkoord af 100 miljoen euro op de publieke omroep te bezuinigen. Het kabinet kondigde later in het regeerprogramma aan de publieke omroep te gaan hervormen. Minister Eppo Bruins (Cultuur) moet die herziening van de Mediawet gaan realiseren.
De VVD wil een afgeslankte en transparante publieke omroep die zich richt op nieuws, journalistiek, sport, cultuur en evenementen. Volgens de liberalen is de huidige situatie "onhoudbaar" en heeft Hilversum laten zien "zonder druk vanuit de politiek" niet te veranderen.
Omroephuizen
Op dit moment vallen onder de paraplu van de NPO de twee taakomroepen NOS en NTR (die geen leden hebben) en de ledenomroepen zoals BNNVARA, VPRO, WNL en AVROTROS. De NPO verdeelt geld en gaat over programmering. Ook wordt er geld verdiend met reclames van de STER.
Het systeem moet van de VVD compleet anders. Omroepen met leden zijn volgens haar niet meer van deze tijd. Er moeten vijf omroephuizen komen die ook gaan over de programmering. In het regeerprogramma wordt ook al de mogelijkheid genoemd van omroephuizen.
De NOS/NTR en de NPO gaan elk een omroephuis vormen in de plannen van Martens-America. De resterende drie vertegenwoordigen een maatschappelijke stroming in de vorm van productiehuizen. Daarbij kan worden voortgebouwd op bestaande samenwerking tussen omroepen.
Nieuwe organisatie
De nieuwe organisatie moet één raad van bestuur en één raad van toezicht krijgen. Daarmee verdwijnen volgens de VVD "kostbare bestuurslagen" die weinig transparant zijn. Door samenwerking moeten kosten worden bespaard. De nieuwe publieke omroep wordt "reclame-luw", al blijft reclame op tv bestaan.
Vorig jaar kwam de commissie-Van Geel met een rapport waarin de toekomst van NPO was onderzocht. Van Geel adviseerde een NPO die uit maximaal zes ledenomroepen zou bestaan. Ook moest de overheid zich er minder mee bemoeien.