Minder boosterafspraken in Friesland dan nodig voor prikdoel

Foto: ANP

In Friesland zijn vooralsnog te weinig afspraken voor een boosterprik gemaakt om het streven van een vaccinatiegraad van 80 procent te kunnen halen. “We hebben nog wat te bereiken”, laat een woordvoerder van GGD Fryslân weten.

Het doel van het kabinet is om iedere volwassene die in aanmerking komt voor een boostervaccin voor 1 februari zo’n prik aan te bieden. Afzwaaiend coronaminister Hugo de Jonge zei deze week dat hij wil dat zeker 90 procent van de ingeënte volwassenen een boosterprik neemt. Op dit moment wordt echter “nog maar in een enkele leeftijdsgroep” een opkomst van 80 procent gehaald.

Om die 80 procent in Friesland te halen moeten nog ongeveer 124.000 prikken worden gezet, rekent de woordvoerder daar voor. Voor de komende weken staan echter een stuk minder afspraken gepland: meer dan 31.000. Dat aantal loopt wel op, omdat er nog mensen afspraken maken. Een deel van de mensen kan nog geen prik halen, omdat ze korter dan drie maanden geleden hun laatste coronavaccinatie kregen of een besmetting doormaakten.

“We zien dat de bereidheid tot het nemen van een boosterprik afneemt”, verklaart de woordvoerder. Verder speelt volgens hem ook de bereikbaarheid van de priklocaties mee. “Als je van Stavoren naar Leeuwarden moet komen dan ben je wel even aan het rijden. Maar de redenen om wel of geen prik te nemen zijn natuurlijk per persoon sterk verschillend.”

Hoe de situatie is in andere GGD-regio’s, is niet duidelijk. GGD Hollands Midden laat weten dat er daar nog ruim een half miljoen prikken gezet moeten worden om een vaccinatiegraad van 80 procent te halen. De komende dagen staan er ruim 10.000 boosterafspraken per dag gepland, aldus de gezondheidsdienst.

Volgens het coronadashboard van de overheid staan er voor de komende zeven dagen ruim 1,4 miljoen boosterafspraken in de GGD-agenda’s. Om iedereen deze maand een boosterprik te geven moeten er elke week 1,5 miljoen prikken worden gezet. Koepelorganisatie GGD GHOR Nederland laat weten dat cijfers over gemaakte afspraken “ieder uur” veranderen, “omdat er continu nieuwe afspraken bij komen”.

Volgens gedragsonderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is de bereidheid om een oppepprik te nemen het grootst onder 70-plussers en het kleinst onder mensen jonger dan 25 jaar. Van hen zegt zo’n 25 procent het nog niet te weten. Ruim 5 procent wil geen boostervaccinatie. Van de 25- tot 39-jarigen twijfelt nog 21 procent. Hoe hoger de leeftijdsgroep, hoe minder twijfelaars.