De Stichting Duinbehoud heeft een rechtszaak verloren over de bescherming van de rugstreeppad en de zandhagedis bij het circuit in Zandvoort.
Milieuorganisaties stellen dat de bouw van tribunes ten behoeve van de Dutch Grand Prix in strijd is met de natuurwetgeving, maar de bestuursrechter van de rechtbank in Haarlem oordeelt dat de ingediende beroepen ongegrond zijn. Stichting Duinbehoud gaat in hoger beroep bij de Raad van State.
De provincie Noord-Holland verleende in 2019 een ontheffing van verboden om de beschermde rugstreeppad en zandhagedis te verstoren en de rust- en voortplantingsplaatsen te vernielen. Voor de bouw van tribunes zijn daarna duinen rond het circuit platgeschoven en deels verhard om zoveel mogelijk bezoekers van de Formule 1 op tribunes kwijt te kunnen.
Het gebied is daarmee de komende zes jaar ongeschikt als leefgebied voor de dieren, stellen de Stichting Duinbehoud en Stichting Natuurbelang Amsterdamse Waterleidingduinen. "De rechtbank vind het acceptabel, dat meer dan 10 hectare leefgebied van beschermende diersoorten verloren gaat. Een uitspraak die op gespannen voet staat met de wetgeving voor natuurbescherming", reageert directeur Marc Janssen van Duinbehoud.
"Opvallend in de uitspraak van de rechtbank is, dat voorbijgegaan wordt aan het feit dat het betreffende duingebied inmiddels is geasfalteerd en dat het herstel van het natuurgebied vele jaren kan duren. De rechtbank negeert dit feit."
Volgens de rechtbank heeft de provincie de ontheffing op de juiste wijze verleend door de belangen af te wegen. "De tribunes kunnen voorkomen dat bezoekers het duingebied beschadigen door vertrapping", staat in het vonnis.
Alternatieven zijn er volgens de rechter niet en een Grand Prix met minder bezoekers is geen optie. De tribunes zijn nodig voor een veilig en ordelijk verloop van de Formule 1, vindt de rechter.
In 2019 wees een voorzieningenrechter de bezwaren van natuurorganisaties ook al af en kon de bouw van tribunes doorgaan.
Begin september staat de Dutch Grand Prix Zandvoort gepland. De rechtbank noemt het race-evenement "van groot openbaar belang voor de topsport" en een "impuls voor de regionale economie en het toerisme".
Die belangen wegen volgens de rechter zwaarder dan de aantasting van de leefgebieden van de zandhagedis en rugstreeppad. Die noemt de rechter "beperkt en ook grotendeels tijdelijk".