Steden, luchtvaartautoriteiten en grote bedrijven komen vanaf dinsdag bijeen in de RAI Amsterdam voor een driedaags congres over drones. In Nederland alleen al is het aantal onbemande vliegtuigen in de afgelopen zeven jaar verdubbeld, maar aan drones kleeft soms nog het imago van geinige gadget. Op de Amsterdam Drone Week (ADW) komen meer dan 250 kenners uit de sector bijeen om te bespreken hoe drones een meer volwassen rol kunnen krijgen in het stedelijk vervoer.
Op het congres, georganiseerd door de Europese luchtvaartautoriteit EASA, maakt onder andere Zipline zijn opwachting. De Amerikaanse start-up ontwikkelt systemen waarbij drones in moeilijk begaanbare gebieden medicijnen aflevert, voornamelijk in Ghana en Rwanda. Daarnaast wordt een drone voor medisch transport tentoongesteld. Aan dit onbemande vliegtoestel werkten onder andere PostNL, KPN, de ANWB en Erasmus MC samen met de Amsterdamse ontwikkelaar van drones Avy. In het najaar van 2021 voerde het Zwolse ziekenhuis Isala testvluchten uit voor het vervoer van bloed voor transfusies.
Volgens ADW maakten drones de afgelopen jaren een kenmerkende ontwikkeling door voor technieken die een hype doormaken. Enkele jaren geleden waren er rond onbemande vliegtuigjes hooggespannen verwachtingen, waarna de teleurstelling kwam dat drones die niet allemaal konden waarmaken. Nu de hype voorbij is, worden drones steeds vaker ingezet door bedrijven en organisaties.
Zo bestaat er volgens ADW een markt met een waarde van omgerekend bijna 2,7 miljard euro voor het gebruik van drones in de bouw. De vliegtoestellen worden bijvoorbeeld al toegepast voor het maken van 3D-beelden van bouwlocaties of het bewaken van bouwmaterieel. Ook de energiesector maakt gebruik van drones, bijvoorbeeld voor het in kaart brengen van nieuwe gebieden om olie en gas te winnen. In de transportsector gebruiken spoorvervoerders en havenbedrijven al vaak drones voor de inspectie van infrastructuur.
Maar voor het gebruik van drones in bewoonde gebieden is de versnipperde of ontbrekende regelgeving vaak nog een probleem. Zo is het nog wachten op een Europees, uniform systeem van labels dat laat zien tot welke klasse een bepaalde drone behoort. Zo'n label is nodig om per type toestel te weten wat er wel en niet mee mag, zoals vliegen in de buurt van gebouwen of mensen. Vertegenwoordigers van verschillende steden en regio's, waaronder Amsterdam, Enschede, Stockholm, Madrid en Beieren wisselen in de RAI ideeën uit voor meer eenheid in de regulering van onbemande luchtvaart in de stad.