DEN HAAG (ANP) - De Tweede Kamer is blij dat gemeenten namens het kabinet inkomensondersteuning gaan bieden aan de duizenden mensen die door een fout van de overheid onder het bestaansminimum terechtkomen. Maar er zijn nog wel veel vragen over de tijdelijke regeling die in het leven wordt geroepen totdat er een structurele oplossing is.
Zo vrezen partijen, waaronder de PVV, dat het kabinet toch langer op gemeenten blijft leunen. Op zijn vroegst vanaf 2028 kan het kabinet zelf een oplossing regelen, omdat de IT-systemen van de Belastingdienst dit voor die tijd niet aankunnen.
NSC-Kamerlid Merlien Welzijn wijst erop dat het om 17.000 huishoudens gaat die door een samenloop van belastingen en inkomensregelingen van de overheid te weinig geld krijgen om rond te komen. Maar gemeenten gaan slechts 6400 huishoudens benaderen. Welzijn wil van staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie) weten welke mensen niet worden bereikt. Ze geeft ook aan dat er nog veel onduidelijk is over de precieze kosten, terwijl gemeenten wel al is toegezegd dat het kabinet genoeg geld zal betalen.
'Zeer onwenselijk'
Esmah Lahlah (GroenLinks-PvdA) voorziet dat gemeenten met veel werk worden opgezadeld. Zij krijgen van de Belastingdienst een onvolledige en mogelijk achterhaalde lijst van huishoudens die in aanmerking komen, en zullen dus zelf ook informatie moeten opvragen. "Hoe gaat de staatssecretaris de uitvoeringslast voor gemeenten beperken en hoe worden gemeenten hiervoor gecompenseerd?" vraagt zij zich af.
Huishoudens die in aanmerking komen, krijgen straks een vast bedrag ter compensatie, benadrukt PVV'er Léon de Jong. Sommige mensen krijgen dus meer dan waar ze recht op hebben, anderen juist minder. "Dat is zeer onwenselijk", vindt hij. Hij vraagt Nobel hoe hij ervoor gaat zorgen dat het kabinet "tot een zo passend mogelijk" bedrag gaat komen.
Specifiek hebben huishoudens hiermee te maken als de ene partner een uitkering heeft (bijvoorbeeld bij het UWV) en de ander nauwelijks eigen inkomen heeft. Zij ontvangen onterecht minder toeslagen dan een vergelijkbaar huishouden in de bijstand. Dat dit speelt is al jaren bekend, hoewel het lang onduidelijk was om hoeveel mensen het gaat.