DEN HAAG (ANP) - Het aantal gemeenten in Zuid-Holland dat al te lang te weinig statushouders huisvest, loopt hard op. Zeventien gemeenten hebben al zeker twee jaar te weinig woonruimte geregeld voor asielzoekers met een verblijfsvergunning. De provincie moet eigenlijk ingrijpen, maar ziet daar voorlopig van af. Zuid-Holland wil wel een verbeterplan hebben van deze gemeenten, met daarin een deadline waarop ze hun achterstand hebben weggewerkt.
Een half jaar geleden kregen acht gemeenten, die al sinds 2023 achterlopen, een laatste waarschuwing. Als zij op 1 juli niet genoeg statushouders zouden huisvesten, dreigde Zuid-Holland op hun kosten woonruimte te gaan regelen. Vier daarvan (Leiderdorp, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude) huisvesten inmiddels voldoende mensen, Den Haag, Leiden, Oegstgeest en Pijnacker-Nootdorp nog steeds niet. Daar komen nog eens dertien gemeenten bij die nu ook al twee jaar achterlopen, waaronder Dordrecht, Hoeksche Waard, Leidschendam-Voorburg en Vlaardingen.
Het Rijk bepaalt ieder half jaar hoeveel vergunninghouders iedere gemeente onderdak moet geven. Provincies moeten erop toezien dat gemeenten aan hun opgave voldoen, om te voorkomen dat statushouders plekken in asielzoekerscentra bezet houden. Ze zijn verplicht in te grijpen als dit langere tijd niet lukt.
Voorrangverlening
Zuid-Holland geeft de 'overtreders' echter nog een kans om het zelf te regelen. "We vinden dat gemeenten, met al hun kennis van de lokale situatie, zelf alles op alles moeten zetten om tot oplossingen te komen."
Gemeenten kunnen statushouders voorrang geven bij de toewijzing van sociale huurwoningen, maar het kabinet wil daaraan een einde maken. Tot onvrede van provincies, die zeggen dat gemeenten dan voor een onmogelijke taak komen te staan.