Gamen is niet zo slecht als we denken

Foto: Pixabay

De negatieve effecten van gamen op zowel jonge als oudere kinderen worden regelmatig breed uitgemeten in het nieuws. Maar is het spelen van videospelletjes eigenlijk wel zo slecht voor ze? “Het kan geen kwaad als een kind regelmatig gamet. Sterker nog, kinderen die niet gamen, missen iets.”

Veel ouders huiveren voor games. Er wordt vooral gevreesd dat videospelletjes kinderen aanzetten tot gewelddadige acties. Wijnand IJsselsteijn, hoogleraar mens-techniekinteractie, denkt echter dat dit reuze meevalt: “Als er op een school een schietpartij is geweest, wordt vaak gezegd dat iemand daartoe is gedreven door het spelen van een schietspel. Natuurlijk is een enkeling wel gevoelig voor zulke games, maar ze kunnen ook aangezet worden om zo’n daad te plegen door wat ze op televisie hebben gezien of door iets wat op school is gebeurd. Je kunt daarom niet van een causaal verband spreken.”

Wel geeft IJsselsteijn aan dat sommige studies hebben aangetoond dat gewelddadige games op korte termijn tot meer agressieve gedachten kunnen leiden: “Er zijn, voor zover ik weet, echter geen studies gedaan die negatieve effecten van deze spelletjes aantonen op lange termijn of in het echte leven. Conclusies zijn vooral getrokken naar aanleiding van vragenlijsten die gamers hebben ingevuld en een beperkt aantal taken die proefpersonen direct na het gamen hebben uitgevoerd. Wel ben ik van mening dat het als ouder goed is om te weten wat je kind speelt en waarom.”

Een andere zorgwekkende kant van gamen is dat kinderen er snel verslingerd aan raken, waardoor ze niets anders meer willen doen dan dat. IJsselsteijn: “Zo lang games deel uitmaken van een gevarieerd palet aan activiteiten is er niets aan de hand. Maar het is zorgelijk als activiteiten, zoals sporten, een boek lezen en buitenspelen, lijden onder het spelen van spelletjes. Ik vind dat ouders dit moeten voorkomen door afspraken met hun kinderen te maken over hoelang ze dagelijks of wekelijks mogen gamen.”

Wijnand IJsselsteijn
Wijnand IJsselsteijn

Motivatie om te bewegen

Door als ouder ervoor te zorgen dat je kind niet te veel tijd besteedt aan gamen, zal een ander veelgehoord nadeel van het spelen van games niet meer aan de orde zijn: het krijgen van overgewicht door het constant zitten achter een beeldscherm. “Daarnaast komen er steeds meer spellen op de markt die beweging juist stimuleren, zoals Pokémon Go. Als ik voorstel aan mijn kinderen om drie kilometer te wandelen, dan krijg ik ze met geen mogelijkheid mee. Als ik echter zeg: ‘Laten we Pokémon gaan vangen’, kunnen ze niet wachten om te gaan.”

Verder vertelt IJsselsteijn enthousiast over andere voordelen van gamen: “Schietspellen worden vaak, zoals ik al eerder heb genoemd, als zorgelijk beschouwd. Mensen staan er echter niet bij stil dat deze spellen vaak in teamverband worden gespeeld. Kinderen sluiten hierdoor vriendschappen, worden sterker in hun communicatie en leren samenwerken. Daarnaast verbeteren zulke games de oog-handcoördinatie, het strategisch inzicht en het reactievermogen van gamers.”

Op een speelse manier leren

Ook kunnen spellen de creativiteit van kinderen een boost geven en ze leren doorzetten. “Bij bijvoorbeeld de populaire game Minecraft kun je van alles bouwen en je creativiteit de vrije loop laten. Daarnaast zijn er ontzettend veel moeilijke games, waarbij het een uitdaging is om naar een volgend level te komen. Deze spellen leren kinderen op een speelse manier door te zetten.” Door het educatieve karakter dat games kunnen bieden, is IJsselsteijn er voorstander van om kinderen op school geregeld videospellen te laten spelen. “Games hebben een enorme aantrekkingskracht. Hierdoor kan een in hun ogen normaal gesproken saaie wiskundeles door een videogame als leuk worden ervaren.”