Alleen al in Amsterdam zijn er zevenhonderd niet opgeloste moord- en doodslagzaken. Forensisch rechercheur Carina van Leeuwen maakt onderdeel uit van het cold case-team van Amsterdam, de stad met de meeste onopgeloste zaken, oftewel cold cases. “Ik kan beter met dode mensen omgaan dan met de achterblijvers.”
Carina was lange tijd te klein om bij de politie te werken, maar toen de minimale lengte van 1.65 werd afgeschaft, heeft ze zich meteen aangemeld. “Toen ik uiteindelijk solliciteerde bij de technische recherche was ik een van de eerste vrouwen die dit werk ging doen.”
Inmiddels werkt ze bij het cold case-team in Amsterdam, waarbij ze onopgeloste moordzaken die gemiddeld twintig jaar oud zijn probeert op te lossen. Daarnaast maakt Carina sinds 2010 onderdeel uit van het project Identificatie Onbekende Doden. “Er liggen in Amsterdam negentig mensen begraven waarvan we niet weten wie ze zijn. We hebben inmiddels 31 mensen opgegraven om te kijken of we ze met nieuwe DNA-technieken kunnen identificeren. Van dertig mensen hebben we inmiddels een naam.”
Tussen al die onbekende doden heeft niemand de Nederlandse identiteit, aldus Carina. “Amsterdam is een walhalla voor toeristen, die vaak rare dingen doen. Er zitten veel drugsdoden bij, mensen die verdronken zijn in de gracht en mensen die zelfmoord hebben gepleegd. Maar het zijn allemaal mensen die door iemand worden gemist. Het grootste deel zijn mannen, waarvan de jongste 18 jaar en de oudste 61 jaar oud was.”
Zo heeft haar team twee jaar geleden een Franse jongen geïdentificeerd. “Zo’n jongen gaat op zoek naar het grote avontuur, neemt een blowtje te veel en valt vervolgens in het water. Hij was dusdanig onder invloed dat hij verdronk en had geen ID-kaart op zak. Het heeft twintig jaar geduurd voordat we wisten wie hij was. Zijn ouders waren inmiddels overleden, maar zijn broer en zus zijn de urn komen ophalen.”
Waar ze vroeger op de plaats delict de meest nare dingen zag, kijkt Carina nu voor haar werk in het cold case-team naar foto’s van delicten. “Dat zijn geen vakantiefoto’s, maar je ruikt het niet. Ik kan ondertussen gewoon een broodje pindakaas eten. Ik kan het niet meer goedmaken wat er is gebeurd, maar ik kan er wel voor zorgen dat vragen van de familie worden beantwoord. Je mag het goor en erg vinden, maar je kan er niet in blijven hangen. Als je dat niet kan, moet je dit werk niet doen.”
Volgens Carina is iedere zaak de belangrijkste. “We zijn gemiddeld met 25 zaken tegelijk bezig in verschillende fases. Je moet vaak lang wachten op uitslagen.” Lossen jullie veel zaken op? Carina: "Het is meer ophelderen. Ik doe dit werk voor de slachtoffers en de achterblijvers. Vaak is het voor familie al heel wat dat we iets van opheldering kunnen geven, ook al komen we nooit te weten wie de dader is.”