In de spotlight: gastronoom Eva Flantua van Studio Daagsch

Eva Flantua
Eva Flantua
Foto: Privé

Ze is geboren en getogen in Flevoland en is kleindochter van een polderpionier. Gastronoom Eva Flantua is opgegroeid met de unieke geschiedenis van Flevoland, maar voor veel mensen is deze provincie niet meer dan een stukje platteland waar je op de A6 doorheen rijdt. Daar mag verandering in komen. Met haar bedrijf Studio Daagsch zet ze de Flevolandse gastronomie op de kaart. “In mijn werk probeer ik door middel van voedsel Flevoland een imago mee te geven waarin ik laat zien wat voor bijzondere landbouw provincie wij zijn. En dat er meer geproduceerd wordt dan aardappelen, uien en wortelen.”

Bij gastronomie denken we vaak aan een chef in de keuken van een restaurant. Volgens Eva omvat gastronomie veel meer dan dat. “Ik noem me gastronoom omdat ik in de hele voedselketen breed werkzaam ben. Voor mij gaat gastronomie meer over het vernieuwen van de voedselketen en het verenigen van landbouw, politiek, cultuur, klimaat en technologie. Dit zijn allemaal sectoren die we vaak apart zien van elkaar. Maar die sectoren zijn van invloed op dat wat we in een restaurant geserveerd krijgen en wat we aan onze eigen keukentafel eten. Daarom is gastronomie voor mij meer dan de wetenschap van smaak en proeven.”

Niet logisch

Ze wil graag een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het Flevolands voedsellandschap en is daarom een jaar geleden haar eigen bedrijf Studio Daagsch begonnen, om te ontdekken waar de vraag en kansen liggen in de provincie om juist daar een bijdrage te leveren, waar het ook echt nodig is. “Als we kijken naar Flevoland, een provincie die is drooggelegd om ons van voedsel te voorzien, zien we dat veel voedsel dat hier nu geproduceerd wordt, wordt geëxporteerd en niet lokaal verkrijgbaar is. En andersom importeren wij datzelfde product uit het buitenland. Dit is natuurlijk niet logisch.”

“De manier waarop we ons voedsel produceren en de impact hiervan, en dus ook de manier waarop we met eten omgaan als consumenten, moet veranderen. Daarmee zitten we in een transitie. Het oude systeem is niet meer toekomstbestendig. Wat is de landbouw van de toekomst? Hoe kunnen we goed voedsel produceren op een duurzame manier met waarde voor de boer en ons leefklimaat? Op dat punt kom ik binnen en help ik bedrijven en overheden om daar projecten voor op te zetten.” Flevoland staat bekend om grootschalige productie van aardappelen en uien, maar er wordt nog zoveel meer dan dat geproduceerd. “Van edamame boontjes tot quinoa, gekleurde bieten, asperges, en sla. Naast de akkerbouw hebben we natuurlijk ook nog de veehouderij en niet te vergeten Urk, de verse vis. In Flevoland hebben we het eigenlijk allemaal. Maar veel inwoners weten niet dat deze mooie producten allemaal om de hoek verbouwd worden, omdat ze niet gemakkelijk lokaal verkrijgbaar zijn.”

Meer lokaal en plantaardig eten

Eva onderzoekt, ontwikkelt en implementeert initiatieven die bijdragen aan de gastronomie van Flevoland. Dit doet ze op eigen initiatief of in samenwerking met individuen, bedrijven, hoge scholen en overheden. “Zo heb ik bijvoorbeeld samen met de provincie Flevoland, Food hub en Dutch Cuisine het afgelopen jaar een challenge opgezet, waarmee de provincie producten uit Flevoland in de spotlight zet. Op deze manier proberen we inwoners bewust te maken van het feit dat we meer lokaal en plantaardig moeten eten. In de challange vroegen wij chefs om met deze producten nieuwe gerechten te maken, omdat zij een belangrijke rol spelen in dat wat consumenten eten, zowel in een restaurant als thuis.”

Een andere manier waarop Studio Daagsch een bijdrage levert, is het organiseren van de inkoop van lokale producten voor lokale events. “Dit kan van een kleinschalige lunch voor gemeentes zijn of voor een groot event als Lowlands. Afgelopen jaar heb ik in samenwerking met de vereniging Flevo Food, Flevo Campus en Food Hub het mogelijk gemaakt dat alle frieten die tijdens Lowlands verkocht werden, in Flevoland geproduceerd werden en dat de aardappelen voor het grootste gedeelte van een boer uit Lelystad kwamen. Ook hielp ik verschillende cateraars met de inkoop van lokale producten, zoals de Brasserie 2050. Een initiatief van de Rabobank, Lowlands, The Food Line-Up en Overtreders W.”

“Ik ben in de horeca opgegroeid”

Haar ouders hebben al 26 jaar een restaurant op het vliegveld van Lelystad en haar opa en oma waren boeren. “Ik ben in de horeca opgegroeid. Mijn ouders hebben altijd gewerkt met de producten van de boeren om hen heen. Voor mij is het heel vanzelfsprekend om te kijken wat er in je omgeving wordt verbouwd en om daarmee te werken. Ik heb fooddesign gestudeerd, maar dat is meer gericht op het ontwikkelen van nieuwe producten. In mijn studie miste ik de rol van voedsel in de wereld. Daarom heb ik een master gedaan aan de Slow Food University in Italië, om dieper in te gaan op deze vraag.”

Ze kent de geschiedenis van Flevoland als geen ander. “Ik vind het belangrijk dat we de manier waarop Flevoland is vormgegeven, niet uit het oog verliezen. Het is voor mij meer dan werk, het is een manier van leven. Het staat heel dicht bij me. Ik haal zelf mijn groenten bij de boer, ik eet zoveel mogelijk lokaal en seizoensgebonden. Ik eet niet dagelijks vlees en als ik het vlees eet, dan ken ik de boer waar het vandaan komt. Het is belangrijk om meer bekendheid te geven aan de producten die lokaal geproduceerd worden, zodat je lokaal voedzame producten voor een eerlijke prijs kunt kopen. We mogen weer waardering hebben voor wat er elke dag op ons bord ligt en voor de mensen die hier dag in dag uit zorg voor dragen.”