In het kader van de week van de overgang verzamelden deze week meer dan negentig experts zich in Den Haag voor de tweede ‘Expert meeting overgang’. Bij de directie Emancipatie, een onderdeel van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), gingen mensen het gesprek met elkaar aan, die beroepsmatig met de overgang te maken hebben of die in het dagelijkse leven te maken hebben met vrouwen in de overgang. Initiatiefnemer Betty Visker van Heuven van Staereling van Studio Vrouw: “Het gaat mij om het vergroten van het bewustzijn van de impact van de overgang.”
De meeste vrouwen tussen de 45 en 60 jaar oud werken, waarvan veel vrouwen kinderen in de pubertijd hebben en daarnaast de zorg voor ouderen dragen. Ook zitten veel vrouwen van deze leeftijd in de overgang. Het ziekteverzuim in deze leeftijdscategorie is groot. “Er zit nog veel taboe op de overgang en er wordt te weinig over gesproken. Er zijn veel fabels en er is te weinig kennis beschikbaar. Je bent al snel tien jaar in de overgang en daar kan je veel last van hebben. Vaak hebben vrouwen dit niet door of herkennen ze niet dat ze in de overgang zitten.”
“De overgang zit nog te veel in de zorghoek”
Minister van OCW Jet Bussemaker kon zelf niet bij de bijeenkomst aanwezig zijn, maar directeur Jacqueline Prins van Emancipatie, onderdeel van het OCW, was er wel. Ook sprak Ingrid Pinas, gynaecoloog bij de FeM-poli in Zwolle en gaf Loes Mulder, secretaris-generaal bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een kort, prikkelend en humorvol betoog. Verder waren gynaecologen, bedrijfsartsen, overgangsconsulenten, cardiologen, huisartsen, seksuologen, HR managers, verzekeraars en leidinggevenden aanwezig. Betty: “Ik vind dat de overgang nog een te negatief imago heeft. Het zit nog te veel in de zorghoek. We mogen de overgang in een breder perspectief plaatsen. We willen een platform gaan neerzetten, waardoor er meer onderling contact tussen alle experts kan plaatsvinden en er meer informatie uitgewisseld kan worden.”
Volgens Betty mogen vrouwen meer in beweging komen wat betreft de overgang. “We mogen er meer over praten en mondiger worden. We mogen bij onze huisarts en leidinggevende aangeven als we in de overgang zitten en hier last van hebben. Veel vrouwen doen dit nog niet, terwijl een derde van de vrouwen veel last heeft van overgangsklachten. We hebben tijdens de bijeenkomst waardevolle stappen gezet om verder te gaan met elkaar, waardoor er steeds meer bewustwording komt. Er mag onderwijs komen, protocollen voor huisartsen en de overgang mag op een dusdanige manier in beeld komen dat we er ons als vrouwen mee willen associëren. De overgang is zoveel meer dan Tena Lady, vaginale droogte en opvliegers. Ook is het niet alleen een kwestie van gezonder eten, omdat je sneller aankomt en wat later beginnen na een slechte nacht; was het maar zo eenvoudig.”