Het combineren van werk en gezin is praktisch onmogelijk, zo blijkt uit recent Europees onderzoek van Sitly. Hoe doen vrouwen dit met een topfunctie? Daar wordt vaak van gezegd dat ze te ambitieus en hard zijn en te weinig op het schoolplein staan. Kan je het als vrouw ooit goed doen? Nieuws.nl ging op onderzoek en sprak Esther Groen (46), Partner/Lead Banking & Payments bij INNOPAY. Ze heeft een meer dan fulltime baan en is moeder van twee zonen (12 en 9 jaar).
“Ik zit met twee partners in het MT die ook kinderen hebben. Dat schept een band en begrip. Ik werk meer dan fulltime en mijn weken zijn altijd vol en druk. Ik maak bewust keuzes waar ik mijn tijd aan besteed. Dat betekent dat ik twee kanten goed moet managen: dat ik er ben voor mijn kinderen als ik er moet zijn, en dit weten ze ook, maar ook dat ik er op mijn werk ben, als ik er moet zijn. Met wat flexibiliteit aan beide kanten is dat goed te combineren.”
Esther begint haar dag heel vroeg. “Ik sta om zes uur op, dan lees ik en werk ik wat mails weg. Om zeven uur begint het ochtendritueel: ontbijten met de kinderen en naar school. Dan hebben we elkaar gezien en gesproken. Ik denk vooruit: ik kijk wat er gepland staat in mijn week en wat ik hiervoor moet organiseren. Ik heb voor vijf dagen opvang geregeld, waarvan twee dagen een oppas. Soms komt zij wat eerder of later. Ook schakel ik mensen in als dat nodig is. Ik heb geen negen tot vijf werkdag, zeker niet, het gaat gewoon door.”
Vroeger vond ze het lastig om uit te spreken als ze bijvoorbeeld eerder weg moest voor de kinderen. “Dat heb ik nu niet en zeg ik het gewoon als ik naar school moet. Ik weet waar ik voor sta, ik doe mijn werk goed, dus ik vind ook dat dat kan. Je moet duidelijk zijn naar de mensen in je omgeving die iets van je verwachten. Dus ook naar klanten ben ik duidelijk. Dit gaat niet, want dan ben ik er niet. Je moet eerlijk communiceren, ook als er een probleem is. Soms lukt iets niet en dan leg ik dat op tafel.”
“Voor mij betekent ambitie dat je werk een plek is waar je jezelf blijft uitdagen en wat ook een boel energie oplevert. Door mijn werk ben ik een leukere vrouw en moeder. Ik kan heel blij worden van het werk wat ik doe, omdat ik samenwerk met mensen en problemen oplos. Jezelf uit je comfortzone trekken op momenten dat het kan, dat hoort erbij. En soms is het prima om wel even in die comfortzone te zitten, alhoewel die bij mij nooit zo lang duurt.”
Wat voor rolmodel wil Esther zijn naar andere vrouwen? “Dat je enerzijds prima achter je ambitie aan kan gaan en dat je best die carrière tijger mag zijn. Daar wordt vaak fronsend naar gekeken. Maar anderzijds is het heel belangrijk dat je vrouw blijft en dat je je vrouwelijke kwaliteiten brengt. Er zijn vrouwen die meegaan in de masculiene cultuur, wat soms ook wel nodig is. Je moet weleens meebuigen om iets te veranderen, maar dan wel laten zien welke aspecten er ook benaderd moeten worden om tot die verandering te komen.”
Ook Esther krijgt vragen hoe ze het toch allemaal doet, inmiddels meer vanuit haar sociale omgeving dan vanuit haar werkomgeving. “Ik heb weleens gesolliciteerd en toen werd er gezegd dat ‘er hier wel hard wordt gewerkt’. Mooi, zei ik toen, dat doe ik ook. Vanuit mijn werkomgeving krijg ik voornamelijk waardering en bewondering, die mannen in een zelfde situatie niet krijgen. Ik beschouw het als positief, maar eigenlijk klopt het niet. In mijn werk zijn veel van mijn gesprekspartners mannen, die vaak niet verwachten dat er een vrouw aan de andere kant van de tafel zit. Daar moet ik vaak doorheen breken. Een vrouw moet toch meer laten zien dat ze inhoudelijk gelijkwaardig is, met name jonge vrouwen. Een jonge vrouw die verstand heeft van zaken moet meer laten zien dat ze het ook echt weet.”
“Ik eet gezond, ik sport regelmatig en ik heb met mezelf afgesproken dat ik één keer in de maand iets doe voor mezelf wat ik heel leuk vind. Als ik momenten heb dat ik ergens niet uitkom, heb ik mensen om mij heen waar ik goed mee kan sparren. Ik heb een tijd een mentor gehad, dat kan ik iedereen aanraden. Je maakt stiekem best veel keuzes en soms is het fijn om te reflecteren. Ook ik denk weleens op drukke dagen: hoe houd ik dit vol?”
Soms heeft ze last van schuldgevoel, bijvoorbeeld als het niet lukt om naar de sportdag mee te gaan. “Het is wel minder geworden. Ik voel me ook weleens schuldig naar mijn sociale omgeving. Ik zie mijn vrienden minder vaak dan mensen die minder hard werken. Dat vind ik soms jammer. Mijn kinderen gaan goed. Ik heb geleerd dat kinderen veel flexibeler zijn dan ik denk. We hebben de afspraak dat als het niet goed gaat, dat we dit naar elkaar uitspreken. Ik zorg er elke week voor dat ik bij ze incheck: samen lezen in de avond of op een andere manier de dag afronden.”
“Ik ben super trots en dit straal ik ook uit, vooral naar jonge vrouwen. Ik hoop dat ik dit ook overdraag naar mijn kinderen, dat ambitie en gezin goed samengaan en dat het niet het een of het ander hoeft te zijn. We hebben op alle niveaus binnen een organisatie rolmodellen nodig om andere vrouwen te inspireren. Laat zien wie je bent en wat je kan, weet waar je sterk in bent, zorg dat je een plan hebt en geloof daarin.”