‘Ik wil in het Nederlands Elftal.’ ‘Dat kan toch helemaal niet.’ ‘Hoezo niet?’ ‘Nou dat lijkt me niet zo makkelijk.’ ‘Dat weet ik ook wel, maar ik wil het wel.’ ‘Dan zal je heel veel moeten trainen.’ ‘Dat wil ik ook.’ ‘En dan moet je ook echt veel talent hebben.’ ‘Ja, weet ik, maar je kunt ook heel veel oefenen.’ ‘Ik zie het niet gebeuren.’ ‘Wat weet jij nou van voetbal?’
Mijn dochter Rosa heeft gelijk. Ik weet helemaal niets van voetbal. Ik heb tenslotte nooit zelf gevoetbald. Rosa is nog maar amper acht jaar oud, maar haar ambities zijn klip en klaar. En wat ik ook nuanceer, ze is niet van haar stuk te brengen. Ze wil maar één ding: in het Nederlands Elftal. Daar zal alles voor moeten wijken. Rosa heeft Oranjekoorts.
Maar Oranjekoorts heeft deze dagen een heel andere betekenis. ‘Halve finale Oranje en finale nu al uitverkocht’, kopte de NOS, direct na de overwinning van de Oranje Leeuwinnen op Zweden. Zou dit dan de definitieve doorbraak zijn van het vrouwenvoetbal in de media? Of is vrouwenvoetbal zo populair omdat het mannenvoetbal in het slop zit? Of is het gewoon komkommertijd? Het is tenslotte midzomer. Ik hoop dat de Oranjekoorts nog even aanhoudt. Niet voor mezelf, nou misschien ook, maar vooral voor al die meiden die week in, week uit op de Nederlandse voetbalvelden met hart en ziel aan hun voetbaltalent werken. En waar tot nu toe nauwelijks aandacht voor is.
Laatst kwam ik aan op het voetbalveld om een wedstrijd van mijn dochter te bekijken. Ze zou haar debuut maken in het vrouwenelftal. De parkeerplaats was afgeladen. Zo… veel publiek, dacht ik. Logisch, het is tenslotte de halve finale in de strijd om de beker. En mijn dochter mag misschien meedoen. Ik voelde me trots. Eenmaal bij het veld stond er slechts een handjevol toeschouwers langs de lijn. Vaders en moeders. En een enkele opa of oma. Waar zijn al die andere mensen? Er bleek tegelijkertijd een competitiewedstrijd te zijn van de Heren 1 van de club. Daar was al het publiek. Frustrerend voor die meiden.
Vrouwenvoetbal is dan misschien populair, het publiek laat nog even op zich wachten. En dat heeft een gekke werking op speelsters. Zo praat mijn dochter nooit over een wedstrijd van ‘de Nederlandse Vrouwen’. Zo makkelijk als ze over Lionel Messi of Neymar Jr. praat, zo moeilijk praat ze over Lieke Martens of Vivianne Miedema. Of beter gezegd, ze praat er helemaal niet over. En dat is best vreemd voor een meisje dat al sinds haar achtste zegt dat ze in het Nederlands Elftal wil. ‘Wie is je voorbeeld in het Nederlands Elftal?' ‘Arjen Robben.’ ‘Nee, ik bedoel van de vrouwen.’ ‘Weet ik niet. Ik zie ze eigenlijk nooit spelen.’
Wordt het niets eens tijd dat voetballers zoals mijn dochter zich niet alleen kunnen laten inspireren door Arjen Robben of Lionel Messie, maar ook door Lieke Martens en Jackie (spreek uit: Zjakkie) Groenen. En dat de posters van Neymar Jr. en Cristiano Ronaldo worden vervangen, of op z’n minst worden afgewisseld met posters van Lieke Martens of Jodie Taylor. Voor degenen die Jodie Taylor niet kennen: dat is de topscorer van de Engelse voetbalvrouwen.
Wat vrouwenvoetbal ontbeert is aandacht. Aandacht van het publiek. En aandacht in de media. ‘Al dat publiek in de stadions geeft ons een enorme kick’, vertrouwde spits Miedema de journalisten toe. Je voelde haar groeien. Eindelijk het respect dat zij en het hele vrouwenvoetbal verdient.
[caption id="attachment_823111" align="alignnone" width="1000"]
Wat zou het mooi zijn als het vaderlandse sportjournaille niet alleen nu, maar ook het komend jaar en de jaren daarna werk zou maken van het vrouwenvoetbal. En de wedstrijden in deze competities ook uitzendt en serieus verslaat. De vrouwencompetities zijn in tegenstelling tot de competities voor mannen nauwelijks vindbaar op televisie of in de krant. Alsof die competities niet bestaan. Zo makkelijk als het is om Chelsea-Everton - om maar een wedstrijd te noemen - te zien in de mannencompetitie, zo moeilijk is het om de wedstrijd tussen de vrouwen van PSV-Ajax te zien. Sterker nog, deze wedstrijden zijn onvindbaar op tv.
En zou het niet eens tijd worden dat de voetbalmeiden, zoals Groenen en Martens, zouden aanschuiven bij Tom Egbers in Studio Voetbal in plaats van weer Jan of Youri Mulder. Ja heren, het zal niet makkelijk zijn uw zetel af te staan aan deze dames, maar verfrissend is het wel. Het moment is daar.
Ik realiseer me dat ik misschien klink als een ware voetbalfeminist. En dat is best vreemd voor een man van vijftig jaar oud. Had ik zelf ook niet zien aankomen. Maar ik ben nu eenmaal vader van een voetballende dochter. En de liefde voor mijn dochter gaat blijkbaar zover dat mannen zoals ik zich kunnen ontwikkelen tot feminist. Of is het mijn rechtvaardigheidsgevoel? Wil ik gewoon dat vrouwen en mannen in het voetbal gelijk worden behandeld? Ik denk allebei.
‘Mooi doelpunt die vrije trap van Lieke Martens’, vond ik. ‘Zeker, maar ik vind vooral Daniëlle van de Donk goed’, zegt Rosa. ‘Waarom?' ‘Ook een middenvelder, net als ik.’ Wat een beetje Oranjekoorts al niet kan doen.