Het letsel bij schaatser Sven Kramer lijkt mee te vallen na de aanrijding op zijn fiets met een auto, zaterdagochtend in het Duitse Inzell. Onderzoek in een ziekenhuis in Ede wees uit dat er sprake is van een botkneuzing in zijn rechterknie. Dat maakte zijn ploeg Jumbo-Visma maandagavond bekend.
“Gezien de impact van het ongeluk had het zeker slechter gekund”, liet een ‘licht opgeluchte’ Kramer weten. “Het is lastig te zeggen hoe lang het revalidatieproces gaat duren, maar ik ga er alles aan doen om zo snel mogelijk weer op de been te zijn.”
Kramer vloog zondagochtend terug naar Nederland om snel onderzoek te laten verrichten. Uit de MRI-scan en een röntgenfoto bleek dat het kraakbeen en de binnen- en buitenband van de gekwetste knie intact zijn.
“Onderweg naar de training kwam er een auto van de oprit”, blikte Kramer terug op het pijnlijke incident. “Ik kon die wagen niet meer ontwijken en klapte vol op de motorkap. Ik heb een zogenoemde impressiebreuk, aan de binnenkant van mijn knie. Het bot is daar een soort van ingedeukt. Het wordt ook wel een ‘bone bruise’ genoemd. Er zit nog veel vocht en bloed bij.”
Kramer (33) houdt er rekening mee dat hij minimaal een “paar weken” verliest in zijn voorbereiding op het komende schaatsseizoen. Begin november staan de kwalificatiewedstrijden voor de wereldbeker in Heerenveen op het programma. “Ik ga mijn uiterste best doen om daarbij te zijn. Maar ik heb geen garanties. De tijd gaat dringen, maar zoals altijd in een topsportcarrière wordt het knokken en dat ga ik nu ook doen.”
Kramer baalt stevig van de tegenslag aan het einde van de trainingsperiode. “Ik had het gevoel dat ik goed op weg was. Mijn conditie is goed, de kracht is goed en met mijn rug ging het ook best wel oké. En dan krijg je dit. Ja, dat is zuur.”