De coronacrisis heeft geleid tot een enorme terugval in het aantal kinderen dat aan sport doet. Waar in april 2019 nog 85 procent van de 5- tot 12-jarigen wekelijks aan sport deed, was dat dit jaar in dezelfde maand nog slechts 35 procent. Dat vertelde NOC*NSF-voorzitter Anneke van Zanen-Nieberg donderdag bij de presentatie van het rapport Zo sport Nederland, Trends en ontwikkelingen in sportdeelname (2013-2019).
“Als ik die cijfers op me in laat werken, dan slaat de schrik me om het hart. Het gaat om 1,3 miljoen sportende kinderen tegen nu 500.000”, zei Van Zanen, die hoopt dat de politiek in de aanloop naar de verkiezingen van volgend jaar het belang van sport niet onderschat. “Laat het terugkomen in de verkiezingsprogramma’s. We zijn het aan alle kinderen verplicht om ze op te laten groeien met sport en bewegen.”
Het totaal aantal mensen dat in april aan sport deed bedroeg in Nederland 8,7 miljoen, zo’n 55 procent van de bevolking. Het jaar daarvoor was dat in diezelfde maand 68 procent van de bevolking van 5 tot en met 80 jaar.
De jaarlijkse stand van zaken, met het rapport over de sportdeelname in 2019, sneeuwde dankzij de ondertitel ‘Maar nu even niet’ natuurlijk onder. De groei van het aantal actieve sporters in Nederland bleek in 2019 vrijwel tot stilstand gekomen. Na een sterke stijging de jaren ervoor van het aantal Nederlanders dat gedurende een maand of langer minimaal één keer per week sport, was er ditmaal ten opzichte van het jaar ervoor slechts sprake van een marginale toename van 0,1 procent naar 10,2 miljoen.
Het cijfer over 2020 zal uiteraard lager liggen. “Deze rapportage is de laatste indicator van sportdeelname in de ‘oude’ werkelijkheid”, zei Van Zanen. “Het is een uitdaging om deze cijfers snel weer te bereiken.”
Van Zanen, vorig jaar aangetreden als opvolger van André Bolhuis, streeft ernaar dat uiteindelijk alle kinderen, en niet 85 procent, aan het sporten zijn. “En die 10 miljoen sporters per week zijn er nog lang geen 17 miljoen. We gaan er alles aan doen om de cijfers van 2019 weer snel te bereiken en spoedig daarna te overtreffen.”